Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

blz 1490 - De dood turft de tijd op haar gezicht


Oma’s bril


Tekst

Het negenregelig gedicht bestaande uit drie terzinen, coupletten van drie regels.
Het eerste en tweede couplet eindigen op een aar-klank. In het derde couplet komt deze nog een keer terug (‘ik gun het haar’) en rijmt ‘stil’ (achtste regel) op ‘bril’ (laatste woord.)

In de eerste regel lijkt het woord ‘turft’ een werkwoord te zijn dat een voortdurende handeling uitdrukt: de dood die steeds in ons leven aanwezig is, is bezig de tijd te turven. Immers na het feitelijk overlijden ontspannen de scherpe trekken van het gezicht en valt de tijd weg (uit de tijd vallen). ‘Zij heeft zich erbij neergelegd’ kan betekenen: zij strijdt er niet meer tegen, maar kan ook verwijzen naar haar sterfbed. En nu ze gestorven is, doet het geloof wat het beloofd heeft. Overigens kan ‘de laatste dag’ ook verwijzen naar de laatste dagen als een uitdrukking voor het einde der tijden.

De ik-figuur spreekt het verlangen naar dat geloof uit: zijn oma vliegend boven de aarde, zonder bril ziet ze scherp en ook in hemel is die niet nodig. De gesloten brillenkoker associeert ook met de gesloten kist. Maar we voelen dat dit verlangen niet tot dit geloof leidt.

De klassieke associaties met de hemel zijn licht en vol muziek en lofzang, maar voor de ik-figuur is de hemel niet licht. Integendeel, hij is zwart en stil, maar hij weet het niet zeker/houdt het open, want nooit keerde iemand terug – in dit geval ontevreden, omdat het daar zwart en stil zou zijn – zoals we zo vaak zeggen. Het gedicht eindigt met een geintje: misschien mist oma haar bril.

Het gedicht werd oorspronkelijk gepubliceerd in Van, als & och, Gedichten en tekeningen (Amsterdam 1995)

Auteur: Andries Govaart