Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

124a - Was Hij, de Heer, niet vóór ons geweest



Tekst

Toelichting bij de tekst volgt nog.


Melodie

‘Deze psalm vraagt om een brede, beeldende verklanking. Het koor schildert de gevaren, waarin men verkeerd heeft, muzikaal uitmondend (bij ‘opstonden’, ‘verslonden’, ‘vlamde’) in telkens hetzelfde gealtereerde septiemakkoord (in de gebruikte samenklank gaan de in de hier heersende modus gebruikelijke verlaagde tweede toon (f) en de leidtoon (dis’) samen, hetgeen een ‘gespannen’ klank oplevert, CW). Vanaf maat 35 ‘hoor’ je de golven over je heen rollen, eerst in een gelijkmatige beweging in een driekwartsmaat, dan al wilder woedend in wisselende maten. Even komt dan het eerder genoemde septiemakkoord terug, in maat 51, maar nu bijna als een aarzeling. Dan geeft het orgel de overgang aan naar de lofprijzing: de Heer deed ons ontkomen. Al is de notatie hier in kwarten en achtsten, toch moeten de laatste drie strofen breed gezongen worden’.

Tot zover de componist Willem Vogel in zijn toelichting bij deze psalm in Voor de Kinderen van Korach IIde liederen van opgang, bevattende de Psalmen 120 tot en met 134 (Amsterdam 1989). Andere psalmen uit deze reeks zijn in het Liedboek te vinden als 122a en 126b. Vogel schreef de muziek bij deze psalmen rond 1988. De theatrale, door de muziek ondersteunde bewerking van de tekst maakt deze composities tot een liturgisch spel op zich. Solist, koor, gemeente en organist hebben allen hun onmisbare functie, die het best tot zijn recht komt in het vanzelfsprekend samenspel.

In de gemeenteuitgave van het Liedboek is slechts een zeer beperkt deel van de partituur opgenomen. In de koorbundel wordt al meer onthuld, maar de volledige partituur is te vinden in de begeleidingsbundel. Overigens wijkt deze partituur op enkele punten af van de originele uitgave:
1) De componist geeft aan dat in het koor op de woorden ‘opstonden’ en ‘vlamde’ de onderste partij alleen bij voldoende mankracht uitgevoerd behoeft te worden. Een troostrijke gedachte voor choirs with short of men.
2) ‘Ze hadden ons levend verslonden’ was aanvankelijk aan allen toebedeeld. Het is uit praktische overwegingen een goede gedachte – van de Liedboekredactie – deze frase aan het koor over te laten; de afwijkende noten zouden gemakkelijk tot uitvoeringstechnische ongelukken kunnen leiden.
3) Op pagina 227 in de kooruitgave (en gelijke plaats in de begeleidimngsuitgave) schrijft de componist aan het einde van het laatste systeem ritenuto (vertraging) voor (vanaf ‘niet’).

De psalmbewerking begint tekstueel en muzikaal met een litanie. Het is daarom in de uitvoering van het grootste belang dat deze korte zinnetjes naadloos op elkaar aansluiten, zodat er sprake is van een haast opzwepend heen-en-weer. Het beeld van de woeste wateren moet vervolgens con fierezza gezongen worden: met fierheid, stoer. Het veelvuldig gebruik van parallelle kwinten werkt de verlangde kordaatheid als vanzelf in de hand. Nauwkeurig volgt Vogel hier de structuur van de tekst: vers 4 van de psalmtekst heeft twee parallelle gedachten die weer worden samengevat in vers 5. Deze opbouw is zonder enig probleem terug te vinden in de noten. Even, maar – als gezegd – nu aarzelend, keert de litanie terug. Dan volgt de omslag in tekst en muziek. Het scharnierpunt wordt gevormd door een kort interludium voor orgel, waarin de gehele melodie van de komende frasen al te horen is. Vanaf dit tussenspel geldt het door Willem Vogel voorgeschreven bredere tempo, met de kwartnoot als teleenheid. Ook wordt hier afscheid genomen van het mineurkarakter dat het midden hield tussen e-frygisch en a-klein. Daarvoor in de plaats komt de meer opgewekte mixolydische kerktoonsoort. En waar in het voorafgaande deel de roeptoon b’ een spanningsvolle sleutelrol vervulde, wordt diezelfde b’ als hoofdnoot vanaf nu zorgvuldig ontweken. De door Willem Vogel in zijn gehele oeuvre zo vaak gebruikte figura corta (lang-kort-kort; zie ook Liedboek 122a) draagt ook in deze slotfrasen weer bij aan een vrolijke en onbevangen sfeer.

Willem Vogel zoals we hem kennen: hij weet op een eenvoudige manier en met een beperkt arsenaal aan muzikale middelen de juiste toon te treffen.

Auteur: Christiaan Winter