Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

377 - Zoals ik ben, kom ik nabij


Just as I am

Tune: SAFFRON WALDEN

Tekst

Ontstaan en verspreiding

Dit lied werd geschreven door Charlotte Elliott (1789-1871), een van de getalenteerde Engelse vrouwelijke hymnschrijvers uit de negentiende eeuw. Zij kampte met een zwakke gezondheid: nadat zij op 32-jarige leeftijd getroffen werd door een onbekende ziekte bleef zij haar leven lang invalide, hoewel ze uiteindelijk toch de respectabele leeftijd van 82 jaar behaalde. Aan het lied is een aantal tot de verbeelding sprekende verhalen verbonden, die alles hebben van een Victoriaans melodrama. In 1822 ontmoette ze de uit Genève afkomstige predikant en evangelist César Malan (1787-1864), in een periode dat zij het moeilijk had met haar geloof. Volgens Ira D. Sankey (1840-1908) ontmoetten ze elkaar bij een gemeenschappelijke vriend. Tijdens het diner zei Malan dat hij hoopte dat ze een christen was. Elliott antwoordde beledigd dat ze het niet over religie wilde hebben, en ging niet op zijn vraag in. Maar toen ze elkaar drie weken later opnieuw ontmoetten, biechtte ze hem op dat ze sinds ze elkaar gesproken hadden naar haar Redder had gezocht en nu tot Christus wilde komen, maar niet wist hoe. Daarop antwoordde hij volgens Sankey: ‘Just come to him as you are’. Deze woorden bleven bij haar hangen.
Elliott raakte ook bevriend met Harriet Kiernan, die net als zij een zwakke gezondheid had. Toen ze haar levenseinde voelde naderen vroeg Kiernan aan Elliott of ze een hymnboek voor invaliden wilde herzien, dat zij had samengesteld. Het resultaat daarvan was The Invalid’s Hymn Book, voor het eerst gepubliceerd in 1834. Het was in de tweede editie van 1841 dat ‘Just as I am’ werd opgenomen. Het lied werd door Elliott echter al eerder geschreven, in 1835. De familie hielp bij de organisatie van een bazaar om fondsen te werven voor een school voor de dochters van armlastige geestelijken. Charlotte wilde ook graag helpen, maar was aan haar bed gekluisterd. Toen schoten haar de woorden van César Malan te binnen, ‘Just come to Him as you are’, die ze gebruikte om ‘Just as I am’ te schrijven.

Het lied verscheen voor het eerst als ingevoegd pamflet bij het eerste nummer van jaargang 1836 van het tijdschrift The Christian Remembrancer. De auteur stond niet vermeld, maar het lied werd onmiddellijk populair. Veel gelovigen, vooral uit evangelische hoek en opwekkingskringen, herkenden zich in de woorden waarmee ze haar onzekerheid en verwarring beschreef, maar ook in het gevoel van vergeving en acceptatie die ze van God ontving.

Gedenksteen in Brighton, St. Mary’s, Kemp Town

In 1841 werd ‘Just as I am’ zoals reeds vermeld opgenomen in The Invalid’s Hymn Book van Harriet Kiernan. Het telde zes strofen van elk drie regels, met een toegevoegd refrein, ‘O Lamb of God, I come’. In 1849 verscheen het nogmaals, en wel in de vierde editie van Elliotts Hours of Sorrow Cheered and Comforted, met een toegevoegde zevende strofe. Erboven stond: ‘Him that cometh to Me I will in no wise cast out’ (Johannes 6,37: ‘wie bij Mij komt zal ik niet wegsturen’)

Veel verhalen doen de ronde over de invloed die het lied van Charlotte Elliott gehad heeft. Zo liet Dora Wordsworth (1804-1847), de dochter van de dichter William Wordsworth (1770-1850), het lied keer op keer voordragen terwijl zij op haar sterfbed lag. En de hymn speelde een belangrijke rol speelde in de ‘kruistochten’ van de evangelist Billy Graham (1918-2018), wiens biografie de titel Just as I am (1997) meekreeg.

In Nederland verschenen diverse vertalingen, onder anderen van P. Huet (1827-1895), Jan Jacob Lodewijk ten Kate (1819-1889), Meier Salomon Bromet (1839-1905) en Johannes de Heer (1866-1961). De vroegste versie is van Samuel Hendrik Serné (1826-1879) en deze verscheen in 1870 in de bundel Hosanna. In onze eeuw zorgde Leendert Marinus Vreugdenhil (1950-2011) voor een vertaling die werd opgenomen in de Evangelische liedbundel (1999, nr. 211) en Hemelhoog (2015, nr. 322).
Gert Landman maakte een bewerking met zeven strofen. Landman was in 1999 op studieverlof in Oxford en werd daar door dit lied getroffen, dat vaak tijdens de communie werd gezongen. Hij besloot het te vertalen en het resultaat publiceerde hij met nog negen andere vertaalde avondmaalsliederen in het boekje Wij delen in uw leven (Zoetermeer 2002, blz. 70-71). De vertaling verscheen daarna als lied 109 in de bundel Tussentijds (2005), in 2013 in het Liedboek en in 2016 in Weerklank (2016, gezang 338).

Inhoud

Het lied heeft een duidelijke structuur, zowel in het origineel als in de vertaling. Elke strofe begint met ‘Just as I am’ (‘Zoals ik ben’), en eindigt met ‘O Lamb of God, I come’ (‘o Lam van God, ik kom’). Dat, samen met de eenvoud van deze woorden, verleent het lied zijn kracht. Dat het in 1841 in het door Elliott geredigeerde The Invalid’s Hymn Book werd opgenomen lijkt mij niet zonder betekenis. Het verleent het lied zijn primaire context. De zieken en de invaliden hebben een taal nodig die past bij een ‘wounded spirit’. In het voorwoord wordt in gevoelig Engels beschreven wat het troostende effect is van hymns die in een dergelijke taal geschreven zijn. Er is echter ook nog een verdergaande interpretatie mogelijk. J.R. Watson (*1934) schrijft in zijn The English Hymn (Oxford 1997, blz. 427-429) dat het lied een verlangen representeert dat uiteindelijk omslaat in extase (‘O Lamb of God, I come’). Hij ziet in de onbewuste drang naar de Verlosser de representatie van ‘een seksuele sublimatie van de hoogste orde’. In de Nederlandse vertaling is dit echter veel minder duidelijk.

Hoewel Elliott het lied niet als avondmaalslied bedoeld had, maar eerder voor persoonlijk gebruik, is de hymn in Engeland wel vaak als zodanig gaan functioneren, en de vertaling van Gert Landman sluit bij deze traditie aan: het is expliciet een avondmaalslied geworden. De regel ‘O Lam van God, ik kom’ begeleidt dan het naar voren komen van de gelovigen bij het avondmaal. Maar het zou – aldus Landman zelf – ook tijdens een evangelisatiebijeenkomst kunnen functioneren (dat deed het bij Billy Graham) om een zegen te krijgen, of om je hart ‘aan Jezus te geven’. In Landsmans vertaling komen brood en wijn explicieter aan de orde dan in het Engelse origineel. In strofe vijf luidt het origineel ‘now to be thine, yea thine alone’, maar in de vertaling wordt dat ‘in U te zijn en Gij in mij, in brood en wijn’ (cursivering EH), een tekst die bij Landman verwijst naar het avondmaalsformulier van Calvijn, dat zegt: ‘Wij weten, dat Hij ons werkelijk deel wil geven aan zijn lichaam en bloed, ons zo eigen, dat Hij in ons leeft en wij in Hem’ (Dienstboek I, Tafelgebed 44, blz. 347-353).

Het lied heeft een mooie opbouw met een stijgende lijn: ik kom nabij zoals ik ben, ‘met niets in handen’  behalve Gods roepstem en het feit dat Hij zich voor mij gaf (strofe 1); met mijn strijd, angst, onzekerheid en ijdelheid (strofe 2); met mijn verdoving en verblinding (strofe 3). Dan volgt een omslag: Hij ontvangt mij, reinigt en vergeeft mij (strofe 4) zodat ik mij in brood en wijn met Hem kan verenigen (strofe 5) en zijn liefde vatten kan (strofe 6), en uiteindelijk met alle heiligen voor zijn troon kan staan (strofe 7). 

Gert Landman schrijft in een toelichting bij dit lied dat de vertaling een hele uitdaging was (e-mail aan de compendiumredactie, 12 februari 2015). In elke strofe moesten de eerste drie regels rijmen. Ook het compacte Engels is lastig te vertalen in het wat meer breedsprakige Nederlands. Voor ‘the breadth, length, depth and height to prove’ (ontleend aan Efeziërs 3,18-19) in de originele strofe 6 bijvoorbeeld, zijn in het Nederlands al gauw twee regels nodig. Die kregen deze woorden in de vertaling dan ook in strofe 6, terwijl het ‘here for a season then above’ een plek kreeg in strofe 7, waarin ook de heiligen uit Efeziërs 3 nog genoemd konden worden.


Melodie

‘Just as I am’ is in de loop van de tijd op verschillende melodieën gezongen. In de Hymnal Companion van 1890 stond echter bij een ander lied van Charlotte Elliott, ‘O Holy Saviour, Friend Unseen’, de melodie SAFFRON WALDEN van Arthur Henry Brown (1830-1926), en het was deze melodie die ‘Just as I am’ in The English Hymnal van 1906 meekreeg, en ook in ons Liedboek is opgenomen.
SAFFRON WALDEN is een eenvoudige, gemakkelijk zingbare melodie die met een kort motief van een dalende grote terts begint, maar daarna direct via de dominant a’ naar de hooggelegen tonica d” klimt en vervolgens weer stapsgewijs naar de dominant daalt. Opvallend is de ‘klagende’ secunde aan het begin van de derde maat, een soort seufzer die fraai vormgeeft aan het verlangen dat uit de tekst spreekt. De derde regel is in zekere zin een echo van de eerste: opnieuw vindt er een sprong plaats van de dominant naar de hoge tonica, en daalt de melodie daarna weer, nu echter niet staps- maar sprongsgewijs via een gebroken septiemakkoord (d”-b’-g’-e’). Met een kwintsprong keert de melodie aan het begin van de vierde regel direct weer terug naar de tonica, om vandaaruit nog weer even op te veren om tenslotte tot rust te komen.

Auteur: Erik Heijerman


Media

Uitvoerenden: Sweelinckcantorij o.l.v. Christiaan Winter; Matthias Havinga, orgel (bron: KRO-NCRV)