14a |
Ze zijn zo slim, ze regelen hun baan (m) |
15a |
Bij God te gast en kind aan huis (m) |
19b |
Mogen de woorden van mijn mond |
28a |
U Heer, u roep ik aan (m) |
29a |
Erken de Ene (m) |
33b |
De Ene heeft recht en gerechtigheid lief (m) |
48a |
Hoe krachtig, hoe prachtig (m) |
59a |
In de morgen zing ik een lied voor Jou (m) |
61a |
Wees mij nabij, mijn God, ik ben zo ver (m) |
81b |
Jubel God ter eer, stem en tegenstem (m) |
94a |
Hoelang nog wacht het goede af (m) |
98g |
Cantate, cantate Domino (m) |
100c |
Juich luid voor God en speel en zing (m) |
111b |
Hij heeft zijn volk verlossing gebracht (m) |
136a |
Dank de Heer, want hij is goed (m) |