Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

103c - Loof de koning, heel mijn wezen


Een eerste kennismaking

Henry Francis Lyte (1793-1847) is vooral bekend geworden als dichter van Abide with me (‘Blijf mij nabij’, Liedboek 247). Maar ook dit fraaie Praise my soul, the King of heaven is van zijn hand. Lyte schreef daarmee een bewerking van Psalm 103. In de vertaling is deze relatie wat minder duidelijk, want Willem Barnard schreef een algemener loflied, geïnspireerd door het Engelse origineel. De titels ‘Koning’, ‘Vader’, ‘Heiland’, ‘Heer van dood en leven’ en ‘Schepper’ worden in de achtereenvolgende strofen bezongen en uitgelegd. Toch is Psalm 103 in de Nederlandse tekst herkenbaar, zoals Psalm 103,13 in strofe 2 (God is liefdevol als een vader voor zijn kinderen) en Psalm 103,15 in strofe 4 (de dagen van de mens zijn als een bloem die bloeit op het veld).
Met de melodie van John Goss (1800-1880) hebben we een mooi voorbeeld van een romantische wijs, die om een brede uitvoering vraagt. De componist schreef enkele fraaie orgelbegeleidingen. Deze zijn in de begeleidingsbundel bij het Liedboek opgenomen.

Auteur: Pieter Endedijk


Praise, my soul the King of heaven

Tune: PRAISE, MY SOUL

Tekst

Ontstaan en verspreiding

De oorspronkelijke tekst van deze bewerking van Psalm 103 publiceerde de dichter Henry Francis Lyte (1793-1847) in Spirit of Psalms (Londen 1834). John Goss (1800-1880), die van 1838 tot 1872 organist was van St. Paul’s Cathedral in Londen, schreef in 1868 de melodie en die werd opgenomen in Supplemental Hymn and Tune Book (1869).
In Nederland is het lied bekend geworden door opname in de ‘Hervormde bundel van 1938’ als gezang 147 bij ‘Prijs mijn ziel, den Hemelkoning’, een vertaling door Johannes Riemens jr. (1875-1974).
In de vertaling van Willem Barnard werd het lied van Lyte voor het eerst gepubliceerd in Honderdnegentien gezangen van de Gereformeerde Kerken in Nederland (1962, gezang 106), echter zonder strofe 5. Het gehele lied werd vervolgens opgenomen in het Gezangboek van de Evangelische Broedergemeente in Nederland (1968, nr. 44), het Liedboek voor de kerken (1973, gezang 460), Verzamelde liederen (1986, nr. 242), het Oud-Katholiek Gezangboek (1990, nr. 259); het Liedboek (2013), Weerklank (2016, gezang 11) en In wind en vuur (2023, nr. 298).

Inhoud

Het lied ‘Praise, my soul, the King of Heaven’ (1834) van Henry Francis Lyte, is een behoorlijk tekstgetrouwe bewerking van grote delen van Psalm 103. De Eeuwige wordt bezongen als een vergevende en reddende God en iedereen wordt opgeroepen mee te doen in de lofzang.
Barnard heeft, naar eigen zeggen, dit Engelse lied nogal vrij vertaald, zonder Psalm 103 er verder bij te betrekken. Belangrijke toevoegingen van zijn hand betreffen de namen voor God in de voorlaatste regel van elke strofe. ‘In de Engelse tekst van Lyte wordt telkens de vijfde regel gevormd door een herhaald ‘Praise Him!’ In de Nederlandse tekst is dat gevarieerd naar gelang de context van elke strofe. Op deze wijze is de ‘titulatuur’ ook meer gevarieerd! Er wordt gesproken van – en tot – de koning [strofe 1], de Vader [2], de Heiland [3], de Heer [4], de Schepper [5]’ (Compendium, k. 1054).

In de vertaling van deze bekende negentiende-eeuwse hymne zijn, net als het origineel, fragmenten uit Psalm 103 herkenbaar; zeker in de aanhef van iedere strofe is een frase uit dat eeuwenoude lied overgenomen:

1 Loof de koning, heel mijn wezen,
...
en vergeven is uw schuld.
...

tot gij Hem ontmoeten zult.

Psalm 103,1-2

Psalm 103,3

Psalm 103,4a

2 Loof Hem als uw vaderen deden,
...
want Hij bergt u in zijn vrede,
zegenend wordt Hij niet moe.
Loof uw Vader, loof uw Vader,
...

Psalm 103,7

Psalm 103,8a
Psalm 103,8-9
Psalm 103,13

3 Ja, Hij spaart ons en Hij redt ons,
Hij kent onze broze kracht.
...

Psalm 103,13
Psalm 103,14

4 Snel vergaan de mensenkinderen
als de bloemen op het veld.
God alleen is onverminderd
...

Psalm 103,15-16

Psalm 103,17

5 Engelen, zing ja en amen
...
Zon en maan, buig u tezamen
en gij sterren hemelhoog!
...

Psalm 103,20; 148,2

Psalm 148,3


De Engelsen nemen de vierde strofe zelden op, maar Barnard houdt de verlengde versie aan. De vertaling houdt mede wegens de melodie vast aan de oorspronkelijke versvorm: drieledig gekruist eindrijm (a-B-a-B-c-B) met doorlopend het metrum van de trochee.
Ook de verdere inhoud is tamelijk vrij vertaald. Barnard wilde het anders aanpakken dan Johannes Riemens jr. eerder had gedaan, ‘die dicht bij het origineel blijft maar dat in poëtische kracht niet benadert’ (Compendium, k. 1054). De hoofdlijn is behouden, maar de herdichting legt andere accenten.
Zo is het aspect van de menselijke sterfelijkheid toegevoegd, geheel volgens de psalm zelf, die immers gewaagt van de mens ‘als het gras’, ‘hij is als een bloem die bloeit op het veld’ (103,15), in strofe 4 verwoord als ‘Snel vergaan de mensenkinderen / als de bloemen op het veld’. Met mooi rijm: ‘God alleen is onverminderd / steeds dezelfde sterke held’. De sterfelijkheid begint al met ‘tot gij Hem ontmoeten zult’ aan het slot van strofe 1 (regel 6), te zien als een vertolking van ‘Hij redt uw leven van het graf’ (103,4). Strofe 2 besluit met ‘tot uw laatste adem toe’, misschien op te vatten als een verwijzing naar het laatste, intieme zinnetje van de Hebreeuwse psalm: ‘Prijs de Heer, mijn ziel’ (103,22). In strofe 3 is troost te lezen met ‘die het licht is in de nacht’ (regel 6), een motief dat op deze manier niet terug te vinden is in het Engelse origineel en dat alleen associatief uit Psalm 103 kan worden afgeleid. Strofe 4 eindigt met ‘Hem die onze dagen telt’ (regel 6), mogelijk eveneens associatief, maar dan bij de hierin verwante Psalm 90(,4.9-10).
De zon, maan en sterren, die in de vijfde strofe worden aangespoord om zich voor God te buigen, heeft Lyte ergens anders vandaan gehaald, namelijk uit Psalm 148,3.
Het slot van het lied als geheel zoomt uit: ‘Loof Hem, die het al bewoog’. De albeweger, een titel die evenmin Hebreeuws is. Hij komt van Aristoteles, die sprak van de ‘onbewogen beweger’. Hier is het Barnards omschrijvende samenvatting van de lof-uit-heel-de-schepping uit de slotverzen van de Hebreeuwse liedtekst. ‘Gij bestaat in zijn geduld’ zongen we aan het begin (strofe 1, regel 2): allemaal manieren om op de manier van de psalm een liefdevolle aanwezigheid van God over en om ons heen voelbaar te maken. ‘Eigen u zijn liefde toe’ dicht Barnard in strofe 2 (regel 2), iets wat wij dan al zingende doen.

Liturgische bruikbaarheid

Psalm 103,2.5 is een geliefd offertorium in de Latijnse liturgie: ‘Benedic, anima mea’. In de traditie van het gereformeerde protestantisme vormen de verzen 1-4 en 8-12 van deze psalm doorgaans de dankzegging na het avondmaal. Ook in de lutherse traditie klinken de beginwoorden van Psalm 103 na de bediening van het sacrament van het altaar. De communicanten geven elkaar een hand en bidden: ‘Loof de Heer, mijn ziel, en al wat in mij is, zijn heilige naam; loof de Heer, mijn ziel, en vergeet niet een van zijn weldaden’ (103,1-2; NBG 1951).
In de klassieke (lutherse) liturgie klinkt Psalm 103 als graduale op zondag Trinitatis, op de dag van Michaël en alle engelen (29 september) als introïtus en als graduale, en op de eerste zondag van de voleinding als graduale. Ook heeft de psalm vanouds een plaats na de ziekenzalving en bij de huiszegen.
De huidige lectionaria vermelden Psalm 103,1-7 als antwoordpsalm op de achtste zondag na Epifanie in het B-jaar (eventueel verschoven naar de zondag het dichtst bij 25 mei, wanneer die na Pinksteren valt) en op de derde zondag van de veertigdagentijd in het C-jaar. Op de dertiende zondag van de zomer in het A-jaar zijn het de verzen 8-12 uit Psalm 103 die de antwoordpsalm vormen.
Het lied kan uiteraard ook als algemeen lof- en danklied worden gezongen, bijvoorbeeld bij opening of afsluiting van een kerkdienst. In het register in het Liedboek (blz. 1607) wordt de psalm genoemd in de rubriek ‘Loven en danken’.
Binnen de gereformeerde traditie is Psalm 103 in de huisliturgie bekend: op bijzondere feest- en gedenkdagen (verjaardagen, huwelijksjubilea) werd deze psalm bij de maaltijd gelezen.

Deze tekst is tot stand gekomen op basis van bijdragen van Heleen Weimar, Pauliene Kruithof, Gerda van de Haar en Klaas Touwen aan In wind en vuur: alle liederen (toegelicht) van Willem Barnard | Guillaume van der Graft (Skandalon, Middelburg 2023, deel III, 1024-1025).


Melodie

Al direct na publicatie van het lied in 1869 (zie boven bij ‘Ontstaan en verspreiding’) was er waardering voor de melodie. Zo schreef een journalist in The Musical Times in juni 1869: ‘It is at once the most beautiful and dignified hymn tune which has lately come under our notice’.
Goss schreef meer kerkliedmelodieën, maar deze is wel het meest bekend geworden. De naam van de melodie, PRAISE MY SOUL, verraadt dat deze geschreven werd bij de tekst van Lyte. Ook de Latijnse versie van de melodienaam komt voor: LAUDA ANIMA.
Zoals gebruikelijk in die tijd verloopt de melodie hoofdzakelijk in kwartnoten, oorspronkelijk halve noten. De zes melodieregels zijn duidelijk in drie regelparen geformeerd. Opvallend is de viervoudige toonsherhaling aan het begin van de regels 1 en 3 (zie groene pijl). Dalende motieven van vier noten bepalen de melodielijn, zoals het tweede motief van de eerste regel: d”-cis”-b’-a’ (blauw kader). De derde regel is een herhaling van de eerste, maar dan een terts lager; de vierde regel begint met de omkering van het motief: a’-b’-cis”-d”. De vijfde regel is gelijk aan tweemaal het motief d”-cis”-b’-a’. De oorspronkelijke tekst was hier in elke strofe ‘Praise Him! Praise Him!’ Dalende of stijgende secundes bepalen regel 2 en het slot van regel 3 en 6 (oranje pijlen).  Met eenvoudige middelen weet de componist een krachtige melodie te schrijven.
De negentiende-eeuwse melodieën zijn op de bijbehorende harmonieën gebaseerd. Het tweede regelpaar moduleert naar de dominanttoonsoort A-groot.
De populariteit van dit lied is vooral door de melodie bepaald. Maar ook de diverse zettingen die Goss schreef, worden nog steeds gepraktiseerd. De componist schreef voor elke strofe een aparte zetting. Deze zettingen zijn nog in vele hymnals opgenomen. Ook in de begeleidingsuitgave bij het Liedboek zijn ze te vinden.

Auteur: Pieter Endedijk


Media

Uitvoerenden: Vocaal Ensemble Cantate o.l.v. Richard Vos; Hendrik Jan de Bie, orgel (strofen 1, 3, 5)

Video: Kamper Boys Choir o.l.v. Rintje te Wies; Sietze de Vries, orgel (Choral Evensong op 14 juli 2017 in de Martinikerk te Doesburg - uitvoering in het Engels)