Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

189 - Daar gaat Saulus hoog te paard



Tekst

Ontstaan

De driedelige serie Goed voor een jaar (Baarn 1997/1998/1999) bevatte suggesties voor vieringen met kinderen. Het waren jaarboeken verbonden aan de driejarige lezingencylus in de Rooms-Katholieke Kerk. In deze uitgave had elke maand een eigen thema dat in verhalen, liederen en andere activiteiten werd uitgewerkt.
Het lied ‘Daar gaat Paulus hoog te paard’ is ontleend aan het derde deel, behorende bij het B-jaar (blz. 154). Het rooms-katholieke leesrooster kent in de paastijd op de plaats van de oudtestamentische lezing een perikoop uit het boek Handelingen.
Bij de bespreking van dit lied in de liedboekredactie was men enerzijds gelukkig met de aard van het lied: een geinig kinderlied met leuke vondsten in de tekst. De oorspronkelijke pianobegeleiding van de componist voegt veel toe. Anderzijds was men minder gelukkig met enkele onderdelen van de tekst. Aangezien tijdens het redactieproces geen contact kon worden gevonden met de dichteres, heeft Andries Govaart de tekst aangepast: de eerste regels van strofe 2 en de gehele derde strofe.

Inhoud

Dit lied is geschreven bij het verhaal over de roeping van Saulus uit Handelingen 9. Saulus staat ook bekend als Paulus (Handelingen 13,9). In eenvoudige taal, geschikt voor jonge kinderen, wordt de hoofdlijn van het verhaal gevolgd.

De eerste strofe vertelt dat Saulus de ‘aanhangers van de Weg’ vervolgt en met de dood bedreigt (9,1-2). De laatste twee regels vermelden hoe Saulus door een licht uit de hemel wordt omstraald (9,3). De dichteres vertaalt dat als ‘een bliksemschicht’. De stem uit de hemel (‘Saul, Saul, waarom vervolg je Mij?’; 9,4) en het daaropvolgende antwoord van Saulus laat ze achterwege, evenals de opdracht dat hij naar de stad Damascus moet gaan (9,5-6).

Saulus wordt door blindheid getroffen. De eerste twee regels van strofe 2 luidden oorspronkelijk:

Blind is hij: zijn angst is groot.
Ananias brengt hem brood.

De nieuwe tekst van Andries Govaart brengt meer verband tussen deze regels:

Hij ziet niets meer, wat een strop.
Ananias zoekt hem op.

Ananias legt hem de handen op zodat Saulus weer kan zien (9,17-18; regel 3-4). Door deze bekering stopt hij met het vervolgen van mensen (9,19-22; regel 5-6). Regel 4 bevat een aardige dubbelzinnigheid: door het zien kan hij de weg zien waarop hij loopt en door zijn bekering bestrijdt hij niet de volgelingen van Jezus, maar voegt zich bij hen, die immers ‘mensen van de Weg’ worden genoemd (Handelingen 9,2).
In regel 5 wordt opeens de naam Paulus gebruikt in plaats van Saulus. Aan kinderen zal verteld moeten worden dat het twee namen voor dezelfde persoon betreft.

De derde strofe bevat de didactische kern van het lied. Hier wordt verteld dat Paulus brieven schreef die in de Bijbel zijn terechtgekomen en wat de functie van de brieven is, die hij stuurde naar gemeenten die hij heeft opgezocht (regel 1): na de begroeting waarmee een brief begint (regel 2) schrijft de apostel ‘raad en troost’ (regel 4), bestemd voor die betreffende gemeente.

De oorspronkelijke versie van deze strofe luidt:

Brieven schrijft hij hun – heel veel –
bijbelboeken, deel na deel,
raad en troost wil hij hun geven,
Jezus’ naam om mee te leven.
Paulus die is omgekeerd
heeft ook ons de weg geleerd.

Deze strofe wilde de redactie wijzigen omdat de eerste regels ontsierd werden door rijmdwang. Ook de woordkeus is hier niet fraai. De vijfde regel (‘Paulus die is omgekeerd’) is juist sterk: op een duidelijke, visuele manier wordt aan kinderen uitgelegd wat bekering is.


Melodie

Bij deze tekst met strofen van zes korte regels met het rijmschema A-A-b-b-C-C schreef Cor de Jong een melodie in A-B-A-vorm: de regels 5 en 6 zijn een herhaling van de regels 1 en 2. In het B-gedeelte zijn de eerste vijf noten van beide regels identiek, maar gaan de resterende drie noten een eigen spoor.
De melodie kent hoofdzakelijk achtste noten. Behalve de kwartintervallen (die doen denken aan een galop) aan het begin van de regels 1 en 5 verloopt de melodie in secundeschreden. Aan het einde van regel 4 komt nog een tertssprong voor. Door gebruik van deze kleine intervallen kent de melodie een geringe ambitus.
In de begeleidingsuitgave bij het Liedboek is de originele pianobegeleiding van Cor de Jong te vinden, origineel in de dubbele betekenis van het woord: het is niet alleen de oorspronkelijke begeleiding die bij de melodie hoort, de begeleiding laat ook het springerige en de vreemde sprongen van een paard horen.
Christiaan Winter schreef een tweestemmige zetting voor kinderkoor. Deze is te vinden in de kooruitgave, de bijbehorende begeleiding in de begeleidingsuitgave.

De drukfout in de oorspronkelijke uitgave in de derde regel (de derde noot is daar een g’) is in het Liedboek hersteld.


Liturgische bruikbaarheid

Dit lied kan gebruikt worden als het betreffende verhaal uit Handelingen 9 aan de orde is. In het rooms-katholieke leesrooster komt het niet voor, wel het vervolg (9,26-31) op de vijfde zondag van Pasen in het B-jaar. Maar ook meer in het algemeen als de verhalen over Paulus worden verteld, kan dit lied een plaats krijgen in de liturgie. Dat zal alleen kunnen als die verhalen ook aan de orde worden gesteld; het Gemeenschappelijk Leesrooster kent alleen de bekende verhalen uit Handelingen op Hemelvaart (1,1-11) en Pinksteren (2,1-11). Binnen een catechetische of didactische context kan het lied goede diensten bewijzen als de betekenis van de brieven van Paulus uitgelegd wordt.

Auteur: Pieter Endedijk