Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

400 - Voordat ik kan ontvangen brood en wijn


Before I take the body of my Lord

Iona als bron van liederen
Tuen: LAYING DOWN

Tekst

Ontstaan en verspreiding

Een lied uit Iona, met de titel ‘These I lay down’ (de tekst van de slotregel), voor het eerst gepubliceerd in Love from Below (Wild Goose Songs 3, 1989); vervolgens in Irish Church Hymnal (2000), Church Hymnary Fourth Edition (2005), Singing the Faith (2011) en Ancient & Modern (editie 2013). Ook enkele Canadese bundels hebben het lied ‘Before I take the body of the Lord’ opgenomen.
De eerste Nederlandse vertaling verscheenvoor het eerst gepubliceerd in de bundel Opstaan! Meer liederen uit Iona, Glasgow & de rest van de wereld (2008, nr. 22), met als beginregel ‘Nu wij hier samen staan rond brood en wijn’. Op verzoek van de redactie van het Liedboek maakte Bettine Siertsema een nieuwe vertaling.

Voor meer achtergrond over de liederen uit Iona, zie het overzichtsartikel ‘Iona als bron van liederen’.

Inhoud

Vanouds kent de calvinistische traditie bij het avondmaal het ‘censura morum’ oftewel het zelfonderzoek: wat staat ons in de weg om de Heer te ontmoeten aan zijn tafel? Het is belangrijk om voorafgaand aan de maaltijd bij jezelf op te ruimen wat niet goed zit tussen jou en anderen, tussen jou en de Heer, om in alle openheid en hartelijkheid een kring te kunnen vormen, om zuiver Hem tegemoet te gaan, die in brood en wijn zichzelf aan ons wil geven, en Hem echt te kunnen ontvangen.
Bij onze gang naar de tafel tijdens de eredienst geldt wat Jezus over de tempeldienst zegt: ‘Wanneer je dan je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster jou iets verwijt, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen’ (Matteüs 5,23-24).

In de diverse regio’s waar het calvinisme wortel schoot, is deze opdracht verschillend uitgewerkt. Bij Calvijn (in Straatsburg en Genève) ging de oproep tot zelfonderzoek gepaard met een warme uitnodiging om vooral te komen en niet te weigeren wat de Heer ons aan zijn tafel wil geven. In ons land ontstond sinds Datheen een somberder sfeer: wie is nog waardig deel te nemen? In veel kerken van de gereformeerde gezindte werd zo de avondmaalsmijding dominant; de vreugde van de maaltijd raakte uit beeld. In grote delen van het Nederlandse protestantisme is de afgelopen eeuw, mede dankzij de Liturgische Beweging is de afgelopen eeuw die vreugde herontdekt, die vreugde herontdekt: we komen samenkomen rond de Levende als onze Gastheer. De relatie tussen schuldbelijdenis en de viering van de eucharistie hoeft daarmee niet geheel weg te vallen of onzichtbaar te worden.

Het Schotse calvinisme is meer in de lijn van Calvijn zelf gebleven; dat heeft op Iona een fraai lied opgeleverd, dat de redactie graag in ons Nederlandse liedboek wilde hebben: het ‘censura morum’-karakter is hierin herkenbaar, maar niet te zwaar aangezet. Het werd geschreven voor de donderdagavonden in Iona Abbey. Dan staat er een lange tafel in de kerk, met twee rijen banken of stoelen eromheen. Deze kringopstelling geeft een focus op elkaar. Om samen de Heer te kunnen ontmoeten aan zijn tafel, wordt alles wat deze ontmoeting (ook onderling) zou kunnen verstoren afgelegd. In dit lied worden deze verstoringen actueel en concreet benoemd.

Strofe 1 begint met ‘Voordat ik kan ontvangen (en delen)’. Dit is conform de Engelse tekst: ‘Before I take … before I share’. Eerst komt de erkenning van ‘the sorry things within’, in de vertaling: ‘wat er donker is in mij’. De markante slotregel, met slechts vier langzame en nadrukkelijke noten, besluit met: ‘en leg dat neer’ (‘these I lay down’). Dat neerleggen komt in elke slotregel terug.

Strofe 2 benoemt de ‘sorry things’ of ‘wat er donker is’ nader: wat ik niet gaf aan steun en troost (Engels: ‘words of hope I failed to give’); vanwege mijn trots geen uitgestoken hand (‘the prayers of kindness buried by my pride’); vanwege drukte geen vriendschap (‘the signs of care I argued out of sight’). Dat alles leg ik neer.

Strofe 3 noemt nog meer voorbeelden van verkeerd met anderen omgaan, in de Engelse tekst: ’The narrowness of vision and of mind, / the need for other folk to serve my will / and every word and silence meant to hurt’. De vertaling volgt dit met: onverschillig wegkijken; mijn wil aan anderen opleggen; spottende woorden die anderen kwetsen. Ook dat leg ik neer.

Strofe 4 brengt dan de kring rond de tafel van de Heer in beeld. In hen ontmoet ik de Heer (’Of those around in whom I meet my Lord’), in hen ziet Christus mij aan. Zonder dat dit expliciet wordt, zien we hier een toespeling op de twee betekenissen van ‘lichaam van Christus’: wat of wie wij aan tafel ontvangen en wat of wie wij zelf zijn of kunnen worden.
In beide talen zegt regel 2 dat ik iedereen vergeving vraag en schenk; doordat we dit elkaar toezingen, is er vergeving over en weer in de kring. Zo kan alles wat de vrede van Christus tegenspreekt of ‘tegenwerkt’ (‘every contradiction to Christ’s peace’), worden afgelegd of neergelegd.

In strofe 5 wendt de ik-figuur zich naar de Heer zelf als ‘deelgenoot aan deze dis’ (‘companion at this feast’). Ik maak mij leeg en strek mijn handen naar Hem uit. De Engelse tekst vervolgt dan met: ‘and ask to meet you here in bread and wine, / which you lay down’. Daarmee is het ‘laying down’ ook in het slotcouplet doorgevoerd (en geeft het de melodie haar naam, zie hieronder). De vertaling eindigt niet met het neerleggen (van brood en wijn, door Jezus) maar wel met ‘brood en wijn’ (en alles wat de Heer ons daarin wil geven). Daarmee zijn we terug bij het begin, over het ontvangen van brood en wijn.


Melodie

John L. Bell schreef een krachtige melodie in c-klein, met een typisch Engels karakter: grote sprongen in combinatie met een ruime ambitus en het gebruik van hoofdzakelijk één notenwaarde, in dit geval de kwartnoot. Al in de eerste regel zijn deze kenmerken te zien: de opmaat met het grootste interval van de melodie (de sext: g’-es”); de omvang van de melodie is in die beginregel al bijna gevat (de tweede regel begint met een bes, zo wordt de ambitus een undecime (bes-es”).
De markante korte vierde regel, met de dalende melodielijn g’-f’-d’-c’ beeldt de tekst uit over het ‘neerleggen’; John Bell gaf de melodie dan ook de naam Laying Down mee, ontleend aan de woorden van de slotregel van de strofen: ‘these I lay down’.


Liturgische bruikbaarheid

Het lied is duidelijk gedacht als een lied bij de viering van de maaltijd van de Heer. Vanwege het ‘Voordat’ waarmee het inzet, dient het gezongen te worden vóór de eigenlijke tafelviering. Dit kan na de verkondiging; of tijdens het aandragen van de gaven (Matteüs 5,23-24!) terwijl de tafel wordt klaargemaakt, of als de maaltijdgangers in een kring gaan staan (of zitten, zoals op Iona).

Auteur: Gert Landman


Media

Video: Liedboek 400 door zangers Dorpskerk Eelde; Vincent van Laar, orgel