Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

496 - Een ster ging op uit Israël


Carols
Engeland
Tune: FOREST GREEN

Tekst

Ontstaan en verspreiding

Jan Duin schreef dit lied als een nieuw kerstlied op een traditionele melodie in opdracht van de toenmalige Nederlandse Sint-Gregorius Vereniging. Het werd voor het eerst gepubliceerd in het muziektijdschrift Continuo (september 1991, blz. 511). Hij zegt zelf over het ontstaan van dit lied dat hij dit schreef naar aanleiding van de spanningen en oorlogen in het Midden-Oosten, Irak en Iran. In zijn eigen woorden: ‘Het Midden-Oosten is eigen­lijk één groot woes­tijn­ge­bied en ik wilde een lied van troost schrijven. Het is ook de wereld van duizend-en-een-nacht, een sprookjes­we­reld, waarin de wer­ke­lijk­heid geschiedde dat in Beth­le­hem God mens werd’ (bron: informatie aan de redactie van dit liedboekcompendium).
De Engelse melodie Forest Green is vooral bekend van de carol ‘O little town of Bethlehem’. Jan Duin heeft hier bewust een eigen tekst op geschreven.

Thematiek

Het lied is in drie ‘tijden’ te verdelen: verleden, heden en toekomst. De eerste strofe begint met de voorzeggingen uit het Oude Testament, de tweede strofe gaat over het moment van de geboorte van Christus (het ‘heden’, als je het lied in de kerstnachtdienst zingt) en de derde strofe ziet uit naar de nieuwe tijd die komen gaat, de toekomst van Gods rijk.

De eerste strofe verwijst naar Numeri 24,17: ‘Een ster komt op uit Jakob, een scepter uit Israël’, traditioneel gezien als een voorzegging van de komst van de Messias. Het oude verhaal dat door de eeuwen werd doorverteld, namelijk door de profeten van het Oude Testament, gaat nu vervuld worden, in deze tijd: ‘Dit was het uur van onze God’. Dit is het moment waarop al eeuwen werd gewacht. Onze God komt als een mensenzoon ter wereld, Hij draagt onze naam en Hij draagt ook ons lot.

In de tweede strofe wordt in lieflijke beelden de geboortenacht geschilderd. Het sprookjesachtige van duizend-en-een-nacht wordt hier voortgezet: ‘daar was het vrede’ en hyperbolisch: nu zingt iedereen dat overal. Het leven was er argeloos. Het doet denken aan het idyllische van ‘Midden in de winternacht’: ‘Vrede was het overal, / wilde dieren kwamen / bij de schapen in de stal / en zij speelden samen’ (Liedboek 486).
Het beeld doet misschien wel sprookjesachtig aan, maar toch is het geen sprookje. Het is de vervulling van de profetie. ‘Dor hout ging bloeien als een roos’ verwijst naar Jesaja 35 waar de woestijn zal jubelen en de dorre vlakte ‘zal bloeien als een roos’ (Statenvertaling). De geboorte van dit kind dringt in onze concrete werkelijkheid door: ‘woestijn werd tot een wei’. hierbij dacht Jan Duin aan De Beemster, zijn geboortestreek.

In de derde strofe gaat de verhalende stijl over in een gebedsvorm: ‘Gij morgenster en mensenzoon’. Hier komt de toekomst in beeld: een nieuwe tijd en een wereld waarin gerechtigheid woont. Het kerstfeest is niet alleen – idyllisch – terugkijken naar een moment van geluk in het verleden, maar het is uitzien naar de toekomst, als alles vervuld is, en wij ‘u allen even na’ zullen zijn. Niemand is meer ver van God, we zullen leven voor zijn aangezicht.
Dan wordt het lied uit de eerste strofe, het glorialied van de engelen, opnieuw gezongen door heel de schepping ‘in de gloria’.

Vorm

Het rijmschema is ABABCDCD. Er is alliteratie in ‘woestijn werd tot een wei’ (2), ‘morgenster en mensenzoon’ en ‘waarin de wereld wordt bewoond’ (3).

Liturgische bruikbaarheid

Het lied is uiteraard bedoeld voor de kersttijd en kan ook goed functioneren in een Nederlandse versie van ‘A Festival of Lessons and Carols’.

Auteur: Kees Baggerman


Melodie

Zoals hierboven is beschreven, kreeg Jan Duin de opdracht een tekst voor een nieuw kerstlied te schrijven op een traditionele melodie. De keuze viel op FOREST GREEN, bekend van de Christmas carol ‘O little town of Bethlehem’. Voor meer achtergrond over de carols, zie het betreffende artikel op deze website (klik hier).

De tekst van ‘O little town of Bethlehem’ werd geschreven door de Amerikaan Phillips Brooks (1835-1893), priester van de Episcopal Church en de laatste vijftien maanden van zijn leven bisschop van Massachusetts. Een bezoek van Brooks aan Betlehem in 1865 vormde de aanleiding tot het schrijven van de tekst, die in 1868 ontstond en bestemd was voor de zondagsschool van zijn kerk, de Holy Trinity Church in Philadelphia. Lewis Redner (1830-1908), organist van deze kerk, schreef een melodie op de avond voorafgaand aan de dienst waarin het lied voor het eerst werd gezongen, 27 december 1868. Deze melodie, met de naam ST. LOUIS, wordt tot op heden in het algemeen in de Verenigde Staten bij de tekst van Brooks gebruikt:
De Engelse theoloog, auteur en hymnoloog William Garrett Horder (1841-1922) had een bijzondere belangstelling voor Amerikaanse hymns. Hij nam de tekst op in zijn verzameling The Treasury of American Sacred Song (1896). Het lied kreeg met een melodie van Joseph Barnby (1838-1896) een plaats in de eerste editie van het Schotse Church Hymnary (1898).

Hymns Ancient & Modern was aan het einde van de negentiende eeuw een populair liedboek in de Anglican Church. Van de eerste editie uit 1861 en de daarop volgende uitgave van 1875 werden miljoenen exemplaren verkocht. Restauratieve opvattingen van de samenstellers van een nieuwe editie in 1904 bleken controversieel en deze uitgave werd dan ook een flop. In 1906 werd de editie van 1889 opnieuw uitgegeven.
In 1903 bracht de priester en liturgiewetenschapper Percy Dearmer (1867-1936) een groep vrienden bijeen om liederen te verzamelen voor een supplement bij Hymns Ancient & Modern. In 1905 was er zo veel materiaal van goede kwaliteit bijeengebracht dat het idee voor een supplement werd losgelaten om een volledig nieuw hymnal te doen verschijnen: The English Hymnal (1906). Daarmee was de rivaliteit geboren tussen beide bundels en hun aanhangers, en die zou gedurende de twintigste eeuw blijven bestaan.
Dearmer had Ralph Vaughan Williams (1872-1958), een van Engelands grootste componisten in de eerste helft van de twintigste eeuw, gevraagd als muziekredacteur van deze uitgave. Hoewel Vaughan Williams agnost was, ging hij op dat verzoek in vanwege zijn bewondering voor de klassieke Duitse kerkmelodieën en de Engelse volksmelodieën en de overtuiging dat muziek van grote betekenis is voor de kerk.
Vaughan Williams had al vanaf jonge leeftijd een bijzondere belangstelling voor het Engelse volkslied dat vooral op het platteland via mondelinge overlevering was blijven leven. Vele honderden melodieën verzamelde hij door ze op te tekenen uit de mond van zangers. Voor zijn werk als muziekredacteur van The English Hymnal had hij het voornemen enkele melodieën van Engelse volksliederen te stileren tot kerkliedmelodie. Een van die melodieën was van het lied ‘The Ploughboy’s Dream’. Hij noteerde dit lied zoals het door Mr. Garman werd gezongen, een arbeider van ongeveer zestig jaar uit Forest Green in de buurt van Ockley in het graafschap Surrey in Zuid-Engeland.
Het handschrift van Vaughan Williams is bewaard gebleven. Hij noteerde er ook bij: ‘Mr Garman used to sing to the Rev John Broadwood who would give half-a-crown to hear the plough boys dream!’
Vaughan Williams koppelde voor The English Hymnal deze melodie aan de tekst van Phillips Brooks. Volgens Engelse gewoonte kreeg ook de melodie een tune name: die van de plek waar Vaughan Williams deze optekende: FOREST GREEN.
Als we de in het handschrift genoteerde melodie vergelijken met die in The English Hymnal, zien we dat Vaughan Williams slechts enkele geringe wijzigingen aanbracht: de eerste twee achtste noten van de tweede, vierde en achtste regel (d”-b’) vereenvoudigde hij tot een kwartnoot (b’) en de overgang van regel 6 naar regel 7 wijzigde hij van een gepunteerde halve en kwart in twee halve noten. Vaughan Williams noteerde op die plek dat deze twee noten soms (‘sometimes’) door Garman als twee kwarten werden gezongen. De melodie heeft de typerende vorm van een volkslied: A-A-B-A. Al sinds The English Hymnal wordt de melodie in Engelse liedbundels een toon lager genoteerd in F-groot.

Het lied ‘O little town of Bethlehem’ is vanaf het begin van de twintigste eeuw populair. In haast alle liedbundels in Engeland komt het lied voor, in het algemeen op de melodie FOREST GREEN, maar soms op de melodie CHRISTMAS CAROL van Henry Walford Davies (1869-1941):
Deze melodie is te vinden in Common Praise (de editie van Hymns Ancient & Modern uit 2000). De voorgaande editie uit 1983 (Hymns Ancient & Modern New Standard) nam beide melodieën op. Voor de laatste editie uit 2013 (Ancient & Modern: Hymns and Songs for Refreshing Worship) werd alleen de melodie FOREST GREEN gekozen.

Sytze de Vries maakte een Nederlandse bewerking van ‘O little town of Bethlehem’ en deze is onder andere te vinden in zijn verzamelbundel Jij, mijn adem (2009, nr. 114).

Auteur: Pieter Endedijk


Links

Klik hier voor een uitvoering van ‘O little town of Bethlehem’ op de melodie FOREST GREEN, gezongen door King’s College Cambridge

Klik hier voor een uitvoering van ‘O little town of Bethlehem’ op de melodie CHRISTMAS CAROL door King’s College Cambridge.


Media

Uitvoerenden: Kathedrale Laurentius en Elisabeth Cantorij Rotterdam o.l.v. Marc Schaap; Ronald van Baekel, orgel