Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

706 - Dans mee met Vader, Zoon en Geest


Een eerste kennismaking

In het liedboek van de Lutherse Kerk in de Verenigde Staten van Amerika komt dit lied van Richard Leach (*1953) voor over de Drie-eenheid. Deze wordt daar voorgesteld als een dans. De gedachte hierachter is dat in een dans de partners gelijkwaardig zijn en er geen hiërarchisch verschil is. We moeten ons daarbij een rondedans voorstellen van drie personen.
In de eerste strofe wordt de dans ingezet met de schepping: die schepping maakt van de wereld een dansvloer. De tweede strofe gaat over Christus, de derde over de Geest. In de vierde strofe doen wij met deze rondedans mee.
De melodie bij dit lied is een Engelse volksmelodie met de naam KINGSFOLD, die bij verschillende teksten voorkomt, het meest bekend is ‘I heard the voice of Jesus say’. Een lichtvoetige en innige dansmelodie. De melodie heeft een heldere structuur met veel herhalingen, kenmerkend voor het volkslied.

Auteur: Pieter Endedijk


Come, join the dance of Trinity

Engelse volksmelodie
Tune: KINGSFOLD

Tekst

Ontstaan en verspreiding

‘Dans mee met Vader, Zoon en Geest’ is een vertaling van het Engelse ‘Come, join the dance of Trinity’, dat werd geschreven door de Amerikaanse theoloog en kerklieddichter Richard Leach (*1953). ´Come, join the dance of Trinity´ verscheen in 2001 bij Selah Publishing. Vervolgens werd het opgenomen in drie Noord-Amerikaanse kerkliedbundels: Evangelical Lutheran Worship (2006, nr. 412), de rooms-katholieke bundel Worship (2011, nr. 554) en Worship and Song (2011, nr. 3017) van de United Methodist Church. Voor het Liedboek maakte Sytze de Vries een Nederlandse vertaling.

Inhoud

De Drie-eenheid als dans is een heel oud beeld. De theologische term die erbij hoort is perichorese. Met dit woord wordt de relatie tussen de drie goddelijke personen weergegeven. Het woord (peri: rondom, chorein: heen en weer bewegen) laat zien dat het om een dynamische relatie gaat, een relatie van eenheid, gekenmerkt door beweging. Bedoeld is een niet ‘te pakken’ beweging, wederzijdse doordringing en toch onderscheid, onderlinge verwevenheid zonder samen te smelten. De kerkvader Gregorius van Nazianze (329-389) was de eerste die het begrip in deze context gebruikte. Na hem volgen vele anderen, zoals Johannes Damascenus (676-749), tot in onze tijd toe: theologen als Karl Barth (1886-1968) en Tim Keller (*1950). Belangrijk voor dit beeld is de wijze waarop Jezus, volgens het evangelie naar Johannes, zijn relatie met de Vader beschrijft: ‘Ik ben in de Vader en de Vader is in mij’ (10,38; 14,11; vergelijk ook 1,18, waar ‘de Zoon aan het hart van de Vader rust’, en 16,14; 17, 4-5, waar de Geest, de Zoon en de Vader elkaar wederzijds eren en wederzijds elkaars grootheid tonen). Het mag duidelijk zijn dat dit beeld en de bijbehorende theologische doordenking opkwam in de eeuwen waarin de vraag naar de godheid van Jezus en vervolgens ook het wezen van de Geest speelde.

De Engelse tekst luidt:

Come, join the dance of Trinity,
before all worlds begun –
the interweaving of the three,
the Father, Spirit, Son.
The universe of space and time
did not arise by chance,
but as the Three, in love and hope,
made room within their dance.

Come, see the face of Trinity,
newborn in Bethlehem;
then bloodied by a crown of thorns
outside Jerusalem.
The dance of Trinity is meant
for human flesh and bone;
when fear confines the dance in death,
God rolls away the stone.

Come, speak aloud of Trinity,
as wind and Tongues of flame
set people free at Pentecost
to tell the Savior’s name.
We know the yoke of sin and death,
our necks have worn it smooth:
go tell the world of weight and woe
that we are free to move!

Within the dance of Trinity,
before all worlds begun,
we sing the praises of the Three,
the Father, Spirit, Son.
Let voices rise and interweave,
by love and hope set free,
to shape in song this joy, this life:
the dance of Trinity.

Uitnodiging

Het lied opent met een uitnodiging: ‘Come, join the dance of Trinity’; ‘Dans mee met Vader, Zoon en Geest’. Het gaat niet alleen om ‘meedoen’, maar om je te begeven in hun onderlinge relatie, ‘the interweaving of the three’ zegt de Engelse tekst. ‘Kom binnen in hun kring, dat wervelende samenspel’ vertaalt de Nederlandse versie, want, zo vervolgt het lied, zo is het vanaf het begin bedoeld: ‘The universe of space and time / did not arise by chance, / but as the Three, in love and hope / made room within their dance’. Het wervelend samenspel van de Drie in Een is van ver voor ons begin. Toen al is de wereld van vandaag ons toegedacht als dansvloer. Daar leidt de liefde, daar wacht ons de hoop (couplet 1). De dans is geen individueel gebeuren, ze bestaat bij de gratie van de Drie in Een. In dat mysterie worden we uitgenodigd. Met de woorden van Jezus: ‘Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn’ (Johannes 17,21). Het tweede couplet treedt even terug: kijk wat het gezicht is van deze Drie: een pasgeboren kind, de man van smarten. De menswording van de Zoon is onlosmakelijk met de dans van de Drie verbonden: een kind in een kribbe, een gemartelde aan het kruis. De Engelse tekst formuleert expliciet ‘The dance of Trinity is meant / for human flesh and bone’. Daar ligt de betekenis voor het mensenleven: ‘Want stokt ons dansen in het graf, / ook daar leidt God ons uit’. Het dansen gaat samen met spreken en zingen: het noemen van de naam van de redder (couplet 3), eindeloze lofprijzing (couplet 4). ‘Let voices rise and interweave, / by love and hope set free, / to shape in song this joy, this life: / the dance of Trinity’; ‘De liefde, het geloof, de hoop, / zij leiden tot dit lied: / verweven met ons leven is / de dans van deze Drie’.

Beweging

‘Dans mee met Vader, Zoon en Geest’ is een lied vol beweging. Daarom is het goed niet alleen op de woorden te focussen, maar vooral op het achterliggende beeld van de perichorese. Woorden blijven al snel op het niveau van denken en theoretiseren, begrijpen (in dit geval van wat eigenlijk niet te begrijpen valt) en beschrijven (van wat in feite niet te beschrijven valt). Het beeld van de dans geeft ruimte aan visuele, bewegende beelden (‘wervelend samenspel’), aan lichamelijke ervaring (dans). Het gaat bovendien verder dan alleen lichamelijke ervaring, want het gaat om het opdoen van inzicht via de lichamelijke ervaring. Dit lied moet je vanuit die beweging ondergaan en precies dát geeft hier betekenis aan het belijden van de Drie-eenheid: drie gelijkwaardige personen die samen een zijn, niet te onderscheiden, onderling verweven, vervloeiend, niet te vatten en toch onmiskenbaar. In deze beweging mogen wij opgenomen zijn. De theologe en franciscanes Judith Kubicki (Fordham University New York) benadrukt dat het bij dit lied niet gaat om solodans, en om een individueel invoegen, maar om een groepsdans. Dat kan ook niet anders – het is zinvol om dat te beseffen in een tijd vol nadruk op het individu. Het eigene van de Drie in Een brengt juist het gezamenlijke, het relationele met zich mee. Dit lied biedt een lichamelijke ervaring van een onbegrijpelijk mysterie.


Melodie

Richard Leach schreef het lied bij een bestaande melodie: een Engelse hymn met de naam KINGSFOLD. Deze melodienaam is afkomstig van de componist Ralph Vaughan Williams (1872-1958). Hij hoorde de melodie voor het eerst in het gelijknamige dorp in Surrey (een county in Zuidoost- Engeland). Via Vaughan Williams kwam deze volksmelodie in 1906 de kerk in, gecombineerd met een liedtekst van Horatius Bonar (1808-1889), ‘I heard the voice of Jesus say’. Vaughan Williams was de muzikaal verantwoordelijke van The English Hymnal, het nieuwe Engelse hymnbook uit 1906. Door dit werk drukte hij onmiskenbaar een belangrijk stempel op de ontwikkeling van de Engelse gemeentezang en de Engelse hymn. Hij hekelde de veelal gekunstelde melodieën van zijn eigen tijd (‘more often than not they are positively harmful to those who sing and hear them’) en zocht welbewust naar goede gemeentezangmelodieën, ‘essentially congregational in character’. Dergelijke melodieën hoefden niet per se nieuw te zijn, integendeel, ze bestonden al lang in de brede kerkelijk traditie, zowel in eigen land als op het continent. Maar ook buiten de kerk waren dergelijke melodieën te vinden, namelijk in de volksmuziek. In de opsomming van de bronnen waaruit voor The English Hymnal geput werd, noemt Vaughan Williams niet alleen categorieën als ‘German Lutheran chorale tunes’ en ‘Melodies from the Scottish Psalters’, maar ook ‘Irish/Scottish/Welsh/English traditional melodies’. In deze laatste categorie valt KINGSFOLD. De melodie had dus al een leven voordat de naam KINGSFOLD eraan werd gehangen.

Folk Revival

De melodie was al eerder in druk verschenen, namelijk in de uitgave English County Songs (1893). Deze bundel met volksliederen was geredigeerd door Lucy Etheldred Broadwood (1858-1929) en John Alexander Fuller Maitland (1856-1936). English County Songs was een van belangrijkste uitgaven in de Engelse Folk Revival van rond de eeuwwisseling. Mede om een uitstervende cultuur te bewaren – als gevolg van onder andere de industriële revolutie – gingen belangstellenden op onderzoek uit en noteerden allerlei uitingen van een orale cultuur, waaronder volksliederen. Lucy Broadwood was een van de centrale figuren in deze beweging.


Lucy Broadwood, foto uit 1901

De melodie zoals in English County Songs gepresenteerd werd in 1892 opgetekend in Westminster, voorgezongen door een oude vrouw. Degene die de melodie noteerde, A.J. Hipkins, medewerker van het familiebedrijf van de Broadwoods (pianobouw John Broadwood and Sons), kende de melodie al wel, maar dan zonder woorden en met de naam LAZARUS. Dat verwees naar een ballade over de arme Lazarus: Dives and Lazarus. Zo gecombineerd verscheen het lied in druk. Klik hier voor een scan van het lied Dives and Lazarus uit English County Songs. Het lied is te vinden op blz. 102-103.

Dat Ralph Vaughan Williams bij de samenstelling van The English Hymnal putte uit het verzamelde corpus van volksmelodieën is niet zo gek; hij was zelf een van de mensen die het veld in ging en folksongs optekende. Bovendien was hij bevriend met Lucy Broadwood (1858-1929, achterkleindochter van John Broadwood). Over haar English County Songs schreef hij eerder dat het ‘the starting point of the modern folk song movement’ was. De melodie KINGSFOLD komt ook in Vaughan Williams orkestoeuvre terug, namelijk in Five Variants of Dives and Lazarus uit 1939. Hij verwerkte hierin verschillende melodievarianten uit zijn eigen verzameling.

Verschillende teksten

De Lazarus-melodie komt met verschillende teksten voor, bijvoorbeeld ‘The Murder of Maria Martin in the Barn’ en het Ierse ‘Star of the county down’ (een tekst van begin twintigste eeuw). Voor het verdere verleden van de melodie zijn er verschillende opties. Het Schotse GILDEROY wordt genoemd, evenals de carol ‘Come all ye faithfull Christians’ (ook wel ‘Come alle ye worthy Christian man’). Wellicht reiken de wortels van de melodie tot in de zeventiende eeuw of nog eerder. De Engelse toneelschrijver John Fletcher (1579-1625) noemt in zijn stuk Monsieur Thomas (1639) namelijk een vioolspeler die vertelt dat hij de ballade ‘Diverus and Lazarus’ kan zingen. Ook in de zestiende eeuw is er al sprake van Lazarus-ballads. Of het over een en dezelfde ballad gaat is niet te achterhalen; wel is het zeker dát er ballades rond dit Bijbelverhaal waren.

KINGSFOLD

De melodie is genoteerd in e-klein. De omvang is een octaaf (d’-d”). De melodie is opgebouwd uit vier regelparen, waarbij paar 1, 2 en 4 nagenoeg gelijk aan elkaar zijn. Kijk je op regelniveau dan zie je dat alle tweede regels ook vrijwel gelijk zijn, dus ook in regelpaar 3. Met die tweede regels is nog iets typerends aan de hand, namelijk het dalende tertssprongetje voorafgaand aan de slotnoot. Dat sprongetje is bepalend voor de kleur van de melodie, doordat de fis ontweken wordt:
De hoofdtoonsoort is in mineur, maar de melodie zweeft steeds tussen de mineur- en de bijbehorende majeurtoonsoort. Het verschil tussen de regels 2 (6) en 4 (8) is daarbij bepalend: in het ene geval eindigend op d’ en in de volgende regel begin op g’ (een V-I sprong), in het andere geval eindigend op e’. In deze even regels is naast de dalende tertssprong inclusief het omzeilen van de fis vooral de b’ belangrijk. Deze noot kleurt met terugwerkende kracht naar de d (majeur > terts) dan wel de e (mineur > kwint):


Liturgische bruikbaarheid

Lied 706 is opgenomen in de rubriek ‘Trinitatis’. Het lied opent met de drie personen: Vader, Zoon en Geest. In couplet 2 wordt ‘het gezicht van deze Drie’ opgeroepen: de geïncarneerde Zoon als een kind in Betlehem en een mens tot bloedens toe gekroond – dood-graf-opstanding. Het lied kan heel goed ook op andere zondagen van de paastijd gezongen worden’. Couplet 3 bezingt Pinksteren, niet als alleen het feest van de Geest, maar als het feest van de Drie. Met deze Drie is ons leven verweven, een weg van feest tot feest (couplet 4). De zin ‘De liefde, het geloof, de hoop’ (couplet 4, r. 5) refereert aan 1 Korintiërs 13. Couplet 1 roept ook de schepping van de wereld op, en de ‘bestemming’ van de mens (de wereld als dansvloer).

Auteur: Anje de Heer


Links

Klik hier voor het lied ‘Lazarus’, uitgevoerd door Will Fly.

Klik hier voor het lied ‘Star of the county down’, gezongen door Van Morrison and the Chieftains.

Klik hier voor het lied met de tekst ‘I heard the voice of Jesus say’


Media

Video: Liedboek 706 door zangers van de Dorpskerk Eelde; Vincent van Laar, orgel (strofen 1, 2, 3)