Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

299k - Eer aan God


Canon Het ordinarium in het Liedboek

Tekst

Deze canon is Kyrie en Gloria. Het Kyrie en Gloria is een onderdeel van het ordinarium, de vaste gezangen van de liturgie. Zie voor meer achtergrondinformatie het overzichtsartikel Het ordinarium in het Liedboek.

Ontstaan en verspreiding

Dit Kyrie en Gloria ineen verscheen voor het eerst in Om aanwezigheid. Vaste gezangen voor jongerenkoor, voorzanger, gemeente en instrumenten (Baarn 1996). De teksten waren geschreven door Marcel Zagers, Wim Ruessink was een van de componisten. Het ‘Eer aan God’ kreeg daarna een plaats in Dienstboek I (1998, liturgisch gezang 27).
Toen dit liturgicum op tafel van de liedboekredactie kwam, vond men het idee van de combinatie van Kyrie en Gloria als één gezang origineel, maar men had moeite met de tekst. Nadat vergeefs geprobeerd was de tekst aan te passen, kreeg Roel Bosch de opdracht een nieuwe tekst te schrijven.

Inhoud

In dit liturgisch gezang worden Kyrie en Gloria tegelijkertijd gezongen. Dit onderstreept de gedachte dat beide onderdelen geen tegenovergestelden zijn, maar met elkaar verweven. Vanuit de liturgiegeschiedenis kan gesteld worden dat het Gloria een verbreding is van het Kyrie. In het Gloria keert het Kyrie terug (‘… ontferm u over ons…’).
Het ‘Eer aan God’ vormt de basis en is een canon-ostinato bij de voorzanggedeelten.
De eerste helft van het voorzanggedeelte (strofe 1 en 2) bestaat uit korte kyrie-intenties: er wordt geroepen om verloren mensen (1), dat zij ‘open wegen naar hun hart vinden’ (2).
De strofen 3 en 4 vormen een Gloria, waarin God wordt geprezen omdat Hij dwalende mensen een toekomst wijst (3) en een vergezicht toont (4). Daarmee is dit tweede gedeelte inhoudelijk sterk verbonden met het eerste deel. In het Kyrie wordt niet zozeer in het algemeen voor de nood van de wereld gebeden – het Kyrie is in oorsprong huldiging van Christus die wij als ontfermer kennen – maar een roep dat mensen niet verloren gaan.


Melodie

De canon is een ostinato bij de solozang. Een ostinato is een muzikaal motief dat steeds herhaald wordt (‘ostinato’ betekent letterlijk: hardnekkig). De cirkelcanon is gebaseerd op een eenvoudig harmonisch motief: vier stijgende akkoorden op D, E, F en G (Dm-Em-F-G).
Voor meer informatie over canons in het algemeen en de cirkelcanon in het bijzonder, zie het overzichtsartikel ‘De canon’.

Uitvoering

De verschillende voorzangverzen kunnen aaneengesloten worden gezongen, maar men kan ook tussen de verzen enkele maten de canon laten klinken. De melodie van de voorzangverzen staat in de kooruitgave bij het Liedboek.
De canon kan twee- tot achtstemmig worden uitgevoerd. Men kan het ook opbouwen zodat er in de loop van de canon een verdichting ontstaat, bijvoorbeeld: eenstemmig – tweestemmig (inzetten bij 1 en 5) – vierstemmig (inzetten bij 1, 3, 5, en 7) – achtstemmig.
De afsluiting van de canon kan gelijktijdig (waarbij de eerste noot van de maat wordt aangehouden), na elkaar (elke canonstem zingt de canon uit) of abrupt op het teken van de dirigent, waarbij een toevallige cluster klinkt.
De voorzangverzen kunnen door een groepje voorzangers worden gezongen. Van belang is dat tussen koor, voorzang en instrumentale begeleiding een goede balans is.
Het begeleidingsschema kan al improviserend worden ingevuld, waarbij naast een piano ook andere instrumenten mogelijk zijn. Een uitdaging voor muzikale creativiteit.

De geluidsopname op deze website onder leiding van de componist laat een mogelijke uitvoering horen. De tekst die daar gezongen wordt, is de originele versie van Marcel Zagers.

Auteur: Pieter Endedijk


Media

Uitvoerenden: Projectkoor OAZE o.l.v. Wim Ruessink; Johan Klein Nibbelink, solozang; Gerben Kruisselbrink, piano; Jan Meerdink, bas

Het geluidsvoorbeeld laat een andere tekst horen bij de intenties:

Eer aan God
om het leven dat geen plaats krijgt
in de wereld die wij maken.

Eer aan God
zoveel dingen zien wij niet.

Eer aan God
die het kleinste van het kleinste
met zijn grootheid zal bewaken.

Eer aan God
die het onbekende ziet.

(tekst: Marcel Zagers; bron: Dienstboek I, nr. 27)