Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

925 - Wek mijn zachtheid weer


Voor de zevende dag

Kernvers

Tekst

Inhoud

Wie een beeld wil krijgen van dit korte lied, doet er goed aan eerst naar de opname te luisteren die op deze website is geplaatst bij ‘Media’. Een lied van slechts enkele korte regels, maar de opname duurt meer dan drie minuten!
De tekst van Huub Oosterhuis is een gebed om kwetsbaarheid. De woorden zijn voor het eerst te vinden in Aandachtig liedboek (1983, blz. 115), weergegeven als gedicht van zes regels, verdeeld over twee strofen:

Wek mijn zachtheid weer.
Geef mij terug
de ogen van een kind.

Dat ik zie wat is.
En mij toevertrouw.
En het licht niet haat.

De tekst van de eerste strofe vraagt om opnieuw te leren kijken als een pasgeboren kind: onbevangen, vol verwondering, nog niet vervuld van een eigen mening, om zo terug te keren naar het eigen oorspronkelijke bestaan en in alle kwetsbaarheid de wereld opnieuw te kunnen ontdekken.

De tweede strofe verwoordt waarom dat gevraagd wordt: te zien wat er is en de wereld te zien als iets wat geschonken wordt. Dan kan een mens zich toevertrouwen aan wat aan het licht mag komen en letterlijk het daglicht kan verdragen. De laatste regel, ‘en het licht niet haat’, wil dat zeggen. Deze zin is aan het Johannesevangelie ontleend als Jezus spreekt over het geloof in de Mensenzoon: ‘het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt h

Dit kernvers kan op verschillende momenten in de liturgie een plaats krijgen, maar is in het bijzonder geschikt als openingsvers. Daarnaast is het goed te gebruiken in een gespreksgroep of een pastoraatsgroep door samen naar het lied te luisteren en met de muziek in gedachten te spreken over de betekenis van de woorden.

et licht omdat anders zijn daden bekend worden’ (3,19-20).

Wat bedoelt de dichter met de titel ‘Voor de zevende dag’, die hij pas voor het eerst toepast in Verzameld Liedboek (2004, blz. 742)? In Bijbels opzicht is de zevende dag de rustdag (Genesis 2,2-3, maar ook andere plaatsen in de Tora, zoals Exodus 12,15; 16,23; 20,10-11; 23,12; Leviticus 23,3; Numeri 28,25; Deuteronomium 16,8), een dag om het licht te zien en lief te hebben (regel 5). Verwant daarmee gebruikt de Tora de term ‘de zevende dag’ ook als aanduiding voor de dag van herstel (zoals Leviticus 13,5-6; 14,9 en Numeri 6,9).

Verspreiding

Dit niet eenvoudige lied vond na de publicatie van de tekst in Aandachtig Liedboek met de melodie van Antoine Oomen spoedig zijn weg naar liedbundels: Liturgische Gezangen II (1985, nr. 40); Petrus en Paulusbundel (1987, nr. 6); Gezangen voor Liturgie (editie 1996, nr. 650); Verzameld liedboek (2004, blz. 742); Liedboek en Zangen van zoeken en zien (2015, nr. 514).


Melodie

De muziek van Antoine Oomen is een perfecte uitbeelding van dit gebed om kwetsbaarheid. Daarbij speelt de pianopartij een cruciale rol. De componist maakte ook een orgelbegeleiding, maar die geeft het lied een heel ander, veel neutraler karakter. Het is zeker de moeite waard om te pogen het lied met pianobegeleiding te zingen, waarbij de medewerking van een goede pianist en een meerstemmig koor noodzakelijk is. Beide begeleidingen zijn opgenomen in de begeleidingsuitgave bij het Liedboek. De pianobegeleiding en de koorzetting staan in E-groot, de orgelbegeleiding en de eenstemmige melodie in de gemeenteuitgave in F-groot.

De inzet van de pianopartij is allesbepalend voor het karakter: molto tranquillo (zeer rustig, tempo is 69 kwartnoten per minuut) en piano (zacht) zoekt de pianist de melodie, alles gebaseerd op een E-groot-akkoord, waarbij de grote septiem van dit akkoord (dis) voor een impressionistische sfeer zorgt en het geheel daardoor een Satie-achtige klank krijgt:
De melodie wordt eerst door de mannen gezongen, niet alleen piano, ook legato­ is van belang. Na een tussenspel, waarbij in de baspartij van de piano achtste noten de klank intenser maken, zingen de vrouwen de melodie, begeleid door driestemmig mannenkoor. In de pianopartij wordt de achtstenbeweging voortgezet. In de oorspronkelijke partituur staat bij de sopraanpartij ‘evt. + Volk’. De gemeente kan hier meezingen. Vanuit liturgisch oogpunt is dat natuurlijk te verdedigen, maar vanuit de sfeer van de muziek zou er toch voor gepleit kunnen worden dat alleen de vrouwen meezingen, zodat de klank niet te grof en te troebel wordt als de partij van de mannen de zangstemmen van de tenoren en bassen in het koor doorkruisen. Nadat het lied zo voor de tweede keer heeft geklonken, sluit de pianist af met een uitgebreid naspel waarin de melodie nog een keer klinkt en de sfeer van het voorspel terugkeert.


Liturgische bruikbaarheid

Dit kernvers kan op verschillende momenten in de liturgie een plaats krijgen, maar is in het bijzonder geschikt als openingsvers. Daarnaast is het goed te gebruiken in een gespreksgroep of een pastoraatsgroep door samen naar het lied te luisteren en met de muziek in gedachten te spreken over de betekenis van de woorden.

Zie voor een algemene toelichting het overzichtsartikel Het kernvers.

Auteur: Pieter Endedijk


Media

Uitvoerenden: koor van de Amsterdamse Studentenekklesia en/of koor voor Nieuwe religieuze muziek