geboren: 1579 (?) te Zittau
overleden: 1 juni 1639 te Coburg
Bijdragen in het Liedboek
661 | Ten hemel opgevaren is (m) |
1011 | Da pacem, Domine (m) |
Leven en werk
Melchior Franck werd omstreeks 1579 geboren te Zittau, een plaatsje ten oosten van Dresden dat nu op het drielandenpunt Duitsland-Polen-Tjechië ligt. Over zijn muziekopleiding is nauwelijks iets bekend. Vermoed wordt dat hij in zijn geboorteplaats onderricht kreeg van Christoph Demantius (1567-1643) en later in Augsburg van Adam Gumpelzhaimer (1559-1625). In 1601 werd Franck ‘Schuldiener’ aan de St. Egidien-Kirche te Neurenberg. Daar heeft hij waarschijnlijk ook les gehad van Hans Leo Hassler.
Eind 1602 of begin 1603 werd hij benoemd tot Kapellmeister aan het hof te Coburg, dat zo’n tweehonderd kilometer ten noorden van Neurenberg ligt, en waar prins Johann Casimir, een groot muziekliefhebber, de scepter zwaaide. In 1607 trouwde Franck met Susanna Ziegler. Er werden twee kinderen uit het huwelijk geboren, die echter op relatief jonge leeftijd (1624 en 1632) overleden aan de tyfus. Francks vrouw overleed op 1634 als gevolg van dezelfde epidemie.
De Dertigjarige Oorlog (1618-1648), die een verwoestende werking had op het (kerk)muzikale leven in Duitsland, ging niet aan het hof van Coburg voorbij. Toen Johann Casimir in 1633 overleed, volgde Johann Ernst hem op. De nieuwe vorst had meer op met oorlogvoeren dan met het culturele leven aan het hof. Franck zag het muziekleven in de jaren ’30 van de zeventiende eeuw ineenschrompelen. Desondanks werd hij een van de meest productieve componisten van protestantse kerkmuziek uit de periode 1600-1650. Hij publiceerde tussen 1601 en 1636 meer dan veertig bundels met in totaal zeshonderd motetten. Stilistisch gezien markeren zijn composities de overgang van renaissance naar barok.
Auteur: Jan Smelik