Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

302a - God in den hoog’ alleen zij eer (canon)


Het ordinarium in het Liedboek

Melodie

De melodie van deze canon is gebaseerd op de eerste twee regels van Liedboek 302. De eerste twee regels van de canon zijn gelijk aan de eerste twee regels van het lied en daarmee is deze canon ook zeer geschikt voor ongeoefende zangers.

Ten opzichte van de oorspronkelijke versie heeft de Liedboekredactie twee wijzigingen toegepast. De derde regel begon in het origineel met een kwartrust, gevolgd door de tekst 'Soli Deo gloria!' De praktijk leerde dat die kwartrust voor zangers veel verwarring veroorzaakte, waardoor er ongelijkheid ontstond. Daarom wijzigde de redactie de woorden van de derde regel in ‘Halleluja, halleluja!’ waarbij met een opmaat wordt begonnen. Aan de canon was ook een canonische ostinato toegevoegd. Deze ostinato is niet opgenomen.

Deze liedcanon kan zelfstandig of in afwisseling met liedstrofen gebruikt worden. Ook andere tekstregels uit het lied zijn als canon bruikbaar.

Bij gebruik door een gemengd koor is het belangrijk dat bij de afsluiting de mannenstemmen op de fermate in de tweede regel eindigen. Steminzetten bijvoorbeeld: sopraan-mannen-alt of tenor-bas-vrouwen.

Herbert Beuerle publiceerde met Kyrie (Wuppertal 1981) een uitgave met canons bij de vaste liturgische gezangen. Deze canon is daar een onderdeel van, evenals Liedboek 301d.

In het Liedboek zijn akkoordsymbolen opgenomen op basis waarvan men een begeleiding kan improviseren, waarbij ook andere instrumenten dan orgel denkbaar zijn.

Deze canon is overgenomen uit Theo Goedhart (red.), Canonboek (Ansen 1992, nr. 23). Ook in Duitstalige gezangboeken komt deze canon voor, zoals in het Duitse Evangelisches Gesangbuch (1994, nr. 180.4) en het Zwitserse Evangelisch-reformiertes Gesangbuch (1998, nr. 222).

Zie voor een algemene toelichting het overzichtsartikel De canon.

Auteur: Pieter Endedijk


Media

Uitvoerden: Projectkoor OAZE en leden van de Christelijke Muziekvereniging Eendracht Winterswijk o.l.v. Wim Ruessink (canon en eerste strofe Liedboek 302)