Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

299j - Om de mensen en de dieren; Eer zij de God van de hemel


Het ordinarium in het Liedboek

Tekst

Het Kyrie en Gloria is een onderdeel van het ordinarium, de vaste gezangen van de liturgie. Zie voor meer achtergrondinformatie het overzichtsartikel Het ordinarium in het Liedboek.

Herkomst en verspreiding

Dit tweeluik van Kyrie en Gloria, oorspronkelijk twee afzonderlijke liederen, vindt zijn oorsprong in de Amsterdamse Amstelkerk. Karel Deurloo (1936-2019) was daar actief met kerkdiensten waarin kinderen een centrale plaats hadden, of zoals de titel van zijn boekje met exegetische vertellingen luidt: Een kind mag in het midden staan (Baarn 1982). De Amstelkerkgemeente kwam tot 2004 bijeen in de Amstelkerk, een houten noodkerk uit 1670 op het Amstelveld. Het lied werd gepubliceerd in de uitgave Het eerste boek heet Genesis. Liedjes uit de Amstelkerkgemeente (Gorinchem 1990) met een melodie van zangeres en cabaretière Tetske van Ossewaarde (*1952). Toen het lied in aanmerking kwam voor opname in Zingend Geloven 7 (2000, nr. 86 en 87), een deeltje in de reeks gewijd aan kinderliederen, vond de redactie die melodie niet geschikt voor kerkelijk gebruik en werd Christiaan Winter gevraagd een nieuwe melodie te schrijven. Bij overname in het Liedboek werd de melodie van de slotregel van het Gloria gewijzigd (zie onder).
Het gloriadeel met een andere tekstversie had eerder een plaats gekregen in Geroepen om te zingen (1990, nr. 35) en de Evangelische liedbundel (1999, nr. 258) met een melodie van Joop Stokkermans (1937-2012). In De wereld is een toverbal. Bijbel- en themaliederen voor kinderen (2004) vinden we hetzelfde gloriadeel op blz. 236, het kyriedeel op een andere plaats in deze bundel op blz. 376.

Inhoud

De tekst van het Kyrie, waarbij alleen de tweede en vierde regel van een strofe op elkaar rijmen, is een zuivere vorm van een Kyrie-aanroeping: ‘Om… roepen wij (…): ontferm u, Heer’. In een Kyrie wordt dat niet nader ingevuld. Dat kan altijd in de voorbede aan de orde komen. In deze twee korte strofen wordt het ‘zuchten met heel de schepping’ verwoord (Romeinen 8,22), waarbij het gaat om ‘alle schepselen in nood’ (strofe 1, regel 4). Dat het de gehele schepping betreft, wordt benadrukt: het gaat niet alleen om de mensen, maar ook om de dieren (strofe 1, regel 1) en heel de wereld is daarbij in beeld (strofe 2, regel 1), ‘voor alle volken’ wordt geroepen (regel 3). De gemeente is de stem van die ‘schepping in barensnood’ (Romeinen 8,22).
Het Gloria, de strofen 3 en 4, is een uitwerking van de engelenzang in Lucas 2,14. Dit Bijbelvers wordt verdeeld over de eerste regels van deze strofen: ‘Eer zij de God van de hemel… // Vrede bij mensen op aarde…’ De volgende regels werken dit verder uit als over God wordt gesproken: ‘zijn naam richt de geschiedenis’ (niet bepaald een eenvoudige zin voor kinderen, maar wellicht ook niet voor volwassenen). Het is een gedachte die Karel Deurloo ontleende aan de grote twintigste-eeuwse theoloog K.H. Miskotte (1894-1976). Ook in zijn berijming van Psalm 8 verwoordt Deurloo dit: ‘Heer, onze Heer, hoe heerlijk is / uw naam in de geschiedenis’ (Liedboek 8a:1). In het Kyrie roepen wij voor alle volken (strofe 2, regel 3), in het Gloria prijzen wij Gods naam als ‘koning der volken’ (strofe 2, regel 3). Het Kyrie bepaalt ons bij deze wereld, het Gloria schetst een beeld van de wereld ‘waar zijn toekomst al begonnen is’ (strofe 4, regel 2).


Melodie

‘Geïnspireerd door de minimalistische melodie van ‘Niet als een storm, als een vloed’ (Liedboek 321) en als eerbetoon aan Bernard Huijbers, de componist van dat lied, werd het een wijs waarin – eveneens – de opgevulde dalende terts een hoofdrol speelt.’ Dat schreef Christiaan Winter als toelichting bij deze melodie aan de compendiumredactie (mail 25 november 2014).
Die dalende terts (zie de rode lijnen) doet ertoe: de dalende kleine terts wordt wel de ‘kinderroep’ genoemd (‘papa, eten!’) en als die terts wordt opgevuld ontstaat een jengelend melodietje waarmee kinderen hun ongenoegen uiten. En dát doet de gemeente in het Kyrie: jengelend doen wij ons beklag bij God vanwege de nood in de wereld. De gehele melodie van dit Kyrie is gebaseerd op die ene bouwsteen van de dalende terts:
De melodie van het gloriadeel van Liedboek 299j is echter in alles wel het tegenover van het kyriedeel: de toonsoort e-mineur wordt G-groot, de bouwsteen waarop de kyriemelodie is gebaseerd wordt omgekeerd: een opgevulde dalende kleine terts (g’-fis’-e’) wordt een stijgende grote terts (g’-a’-b’). Naast de opgevulde stijgende terts (zie rode lijnen in onderstaand notenvoorbeeld) is er een tweede bouwsteen: de dalende tertssprong (blauwe lijn). Ook het ritme van deze melodie vormt een contrast met die van het kyriedeel, waarin (nagenoeg) uitsluitend kwartnoten voorkomen. In het gloriadeel zien we achtsten en kwarten binnen een speelse afwisseling van een 6/8- en een 3/4-maat, die sterk doet denken aan ‘I like to be in America’ uit de West Side Story van Leonard Bernstein (1918-1990, klik hier, hoewel het tempo daarin hoger ligt dan in dit lied). De pentatoniek (g-a-b-c-e) binnen de toonladder van G-groot draagt bij aan een opgeruimder karakter. Nadrukkelijk is vermeld dat de lengte van de kwartnoot in beide melodieën gelijk is, ondanks dat het Kyrie in een tweedelige en het Gloria in een driedelige maat staat.
In Zingend Geloven 7 was de laatste regel anders:
De liedboekredactie vond deze te gecompliceerd, hoewel de laatste maat als omkering van de tweede regel daarmee duidelijk verwant is. Op verzoek paste Christiaan Winter deze regel aan. In de herziene versie is de relatie met regel 2 blijven bestaan: het dalend melodisch motief (d”-b’-g’-e’-d’) is gelijk, het ritme is een verdichting van dat van regel 2. De liedboekredactie vond dit een duidelijke verbetering. Ook de componist beaamde dat: ‘Eigenlijk ben ik over de liedboekvariant tevredener’.

Ten slotte vraagt het tempo aandacht. De neiging bestaat om het Kyrie te snel te zingen, waardoor men in het Gloria in de problemen raakt. Het Kyrie moet echt gedacht worden in een rustige 4/4-maat, en niet een 2/2-maat. Bij de inzet van het Gloria blijft de lengte van de kwartnoot gelijk. Tempo: MM = 86 voor de kwartnoot (zoals op de opname op deze website).

Auteur: Pieter Endedijk


Media

Video: Liedboek 299j door zangers Dorpskerk Eelde, Vincent van Laar, orgel