Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

150b - Alles wat adem heeft, love de Heer


Een eerste kennismaking

Het loflied bij uitstek is Psalm 150. De tekst is een en al lofprijzing en alle instrumenten hebben daaraan deel.
Liedboek 150b is geschreven als beurtzang en deze vorm is vooral bestemd om te zingen als antwoordpsalm: de psalm na de oudtestamentische lezing. De antwoordpsalm is een een beurtzang, waarbij een kernzin uit de psalm tot refrein is gemaakt. De voorzanger (cantor) of voorzangersgroep (cantorij) zingen de psalmverzen en na elk psalmvers wordt geantwoord met het refrein.
De tekst is de onberijmde psalm volgens de vertaling van Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde. Antoine Oomen schreef een heel eenvoudig refrein: het eerste deel is voor voorzang, het tweede deel voor gemeente. De psalmverzen kunnen zowel eenstemmig met begeleiding als meerstemmig (a capella of met begeleiding) gezongen worden. De muziek daarvan staat in het koorboek. Wel vraagt de muziek bij uitvoering de nodige aandacht. Het tempo moet breed gekozen worden (de componist geeft zelfs 69 kwartnoten per minuut aan, maar dat is wel erg langzaam!). De voorzangverzen zijn wel in vaste notenwaarden geschreven (voornamelijk achtsten), maar de aanduiding senza misura duidt niet alleen op het ontbreken van maten, maar ook op een vrije uitvoering van het ritme. De tekstaccenten zijn daarbij uitgangspunt.

Auteur: Pieter Endedijk


Antwoordpsalm

Tekst

De tekst is Psalm 150 uit de psalmvertaling van Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde.


Melodie

Deze psalm werd eind jaren zeventig van de twintigste eeuw geschreven voor de bij Annie Bank uitgegeven Cantatoriumreeks. Deze reeks voorzag in de eerste decennia na de invoering van de volkstaal in de rooms-katholieke liturgie in de behoefte aan antwoordpsalmen (tussenzangen) in het Nederlands. Het Nederlands van Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde wel te verstaan. Deze Psalm 150 kent de zeldzame combinatie van voornoemde vertaalsters met Antoine Oomen, de componist die vaak in één adem wordt genoemd met tekstdichter Huub Oosterhuis. Later verscheen de psalmbewerking in Gezangen voor Liturgie (1984), het Oud-Katholiek Gezangboek (1990) en Tussentijds (2005) – een bevestiging van de populariteit van ‘Alles wat adem heeft’.

Het refrein is van ongekende eenvoud. Het koor zingt de voorzin, de gemeente kan niet anders doen dan de nazin zingen. Het skelet van de melodie wordt gevormd door de grote drieklank op D. Slechts de laatste noot van elke maat, tevens de minst beklemtoonde, past niet binnen dit akkoord. Door een breed tempo te kiezen (de componist geeft zelf MM=69 aan – en dat is behoorlijk traag!) wordt deze melodie van de banaliteit gered. De driedelige maatsoort werkt in dit tempo mee aan de uitbundige grandeur en de plechtige feestelijkheid die het refrein kan hebben.

Ook de voorzangverzen laten aan eenvoud en duidelijkheid niets te wensen over. De eerste regel wordt een terts hoger herhaald. De derde regel is de naar G-groot gemoduleerde versie van de eerste regel. De laatste regel ten slotte is de omkering van de voorgaande drie regels.

Het refrein is in de aangegeven driedelige maatsoort strak metrisch bepaald. De voorzangverzen zijn weliswaar in vaste notenwaarden opgeschreven, maar de voortdurende afwisseling in groepen van twee en drie achtsten, alsmede het ontbreken van maatstrepen geven mijns inziens aan dat er toch van een reciterende manier van zingen wordt uitgegaan. Dat betekent trouwens niet dat het zonder swing en schwung gezongen zou moeten worden. De eerste toon van elke regel is steeds de reciteertoon waarmee grotere en kleinere aantallen lettergrepen worden opgevangen.

Bij de uitvoering van deze psalm dient men op een aantal zaken acht te slaan. Men dient in de voorzangverzen de lettergrepen goed te ‘wegen’. Niet alle lettergrepen zijn even zwaar, ook al zien alle noten er hetzelfde uit! Ten slotte nodigen de slotwendingen in de voorzangverzen uit tot te laag intoneren.

Auteur: Christiaan Winter


Media

Uitvoerenden: Sweelinckcantorij o.l.v. Christiaan Winter; Matthias Havinga, orgel (bron: KRO-NCRV)