Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

227 - Loof de Heer, want Hij is goed


Getijden

Tekst

Ontstaan en verspreiding

Dit eenvoudige kinderlied met als oorspronkelijke titel ‘Liedje bij de maaltijd’ is overgenomen uit het vierde deel van de serie Zing alle dagen: Liedboek voor kinderen (Amsterdam/Nijkerk 1992).
De auteur van de tekst is Job Heeger, pseudoniem van Jaap Sinnema (1925-2016). Hij was van 1965 tot 1987 directeur van de Nederlandsche Zondagsschool Vereeniging (NZV). Deze organisatie had in 1951 Wie zingt mee? uitgegeven, een bundel godsdienstige kinderliederen. Deze liederen raakten in de volgende decennia snel verouderd, vooral vanwege het woordgebruik. Sinnema’s verzoek aan vooraanstaande dichters en componisten van kerkliederen (onder wie Hanna Lam, Jan Wit, Frits Mehrtens, Willem Vogel en Wim ter Burg) om liederen te schrijven voor zijn organisatie werd niet gehonoreerd: zij voelden er weinig voor om ‘zondagsschoolversjes’ te maken. Sinnema zag zich toen uitgedaagd om zelf liederen te schrijven. Muziekpedagoog Gerard van Hulst (1909-1990) schreef veel melodieën voor deze liederen, die later werden gebundeld in de vierdelige serie Zing alle dagen (1991/1992).

Inhoud

De woorden van dit tafellied om met kinderen te zingen is vooral gebaseerd op psalmteksten. De hoekregels zijn letterlijk ontleend aan de veelvuldig voorkomende woorden ‘Loof de Heer, want Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw’ (1 Kronieken 16,34; Psalm 106,1; 107,1; 118,1.29; 136,1). Ook de middenregels zijn zonder moeite te herleiden tot zinnen uit de psalmen (136,25; 145,15).
De korte regels met het rijmschema A-A-A-A dragen ertoe bij dat kleine kinderen dit lied snel uit het hoofd kunnen zingen.


Melodie

Even eenvoudig als de tekst is de melodie: een eendelige liedvorm met een voorzin (regel 1-2) en een nazin (regel 3-4). De melodie staat in G-groot. Elk van de twee delen bestaat weer uit twee motieven (elke regel is een melodisch motief). De voorzin opent met de uit volks- en kinderliederen bekende kwartsprong dominant-tonica (d’-g’). Na het stijgend motief in regel 1 daalt de melodie in het tweede motief van regel 2 van de c” en eindigt via de wisseltoon g’ op de a’. Het motief van regel 3 is gelijk aan dat van regel 1. In de slotregel stijgt de melodie tot de hoge dominant (d”) op het woord ‘Heer’. Het gepunteerde ritme geeft dat woord nog meer glans en een aangename afwisseling in het ritme van de melodie. 


Liturgische bruikbaarheid

Dat de huismaaltijd wordt voorafgegaan of afgesloten met een vast ritueel lijkt in onze tijd aan betekenis te verliezen. Toch is het van belang dat kinderen vertrouwd raken met een eenvoudige vorm van huisliturgie. Dat kan door dit lied aan het begin of aan het einde van de maaltijd samen te zingen.

Auteur: Pieter Endedijk