geboren: ±1570 te Wasungen (Thüringen)
overleden: 7 augustus 1615 te Weimar
Bijdragen in het Liedboek
117a | Gij volken loof uw God en Heer (m) |
206 | De zon gaat op in gouden schijn (m) |
208 | Nu wordt het licht, de dag breekt aan (m) |
444 | Nu daagt het in het oosten (m) |
473b | Er is een roos ontloken (m) |
617 | De Heer is waarlijk opgestaan (m) |
619 | Lof zij God in de hoogste troon (m) |
630 | Sta op! - Een morgen ongedacht (m) |
Biografische notitie
Oorspronkelijke naam is Fuchs. Over zijn opleiding is weinig bekend. Was vanaf 1589 leraar in Schleusingen, maar leefde in armoedige omstandigheden. Die situatie verbeterde in 1591 toen hij een vaste aanstelling kreeg en ook als cantor werkzaam was. In Schleusingen is mogelijk de (eerste versie) van zijn Matthäus-Passion geschreven. Vanaf 1596 tot zijn dood in 1615 is hij stadscantor te Weimar, waarbij hij ook verantwoordelijk is voor het muziekonderwijs op het plaatselijke gymnasium. Vulpius schreef in Weimar een groot aantal kerkmuzikale werken. Bekend zijn de Sonntäglichen Evangelischer Sprüche (twee delen: Jena 1612 en 1614), evangeliemotetten voor het kerkelijk jaar die ook in onze tijd nog vaak worden uitgevoerd. Daarnaast schreef hij honderden liedzettingen en motetten. Hij gaf enkele belangrijke gezangbundels uit: Kirchen Geseng vnd Geistliche Lieder (Leipzig 1604) en Ein schön geistlich Gesang Buch (Erfurt 1604/Jena 1609), waarbij hij in navolging van Lukas Osiander (1534-1604) homofone zettingen schrijft met de melodie in de sopraan en niet meer in de tenor, zoals tot die tijd gebruikelijk. De kerktoonsoorten zijn bij Vulpius vervangen door majeur en mineur.