Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

255 - Gij volgt ons uit Jeruzalem


Van de Emmaüsgangers

Willem Barnard
Jan Pasveer

Tekst

Deze toelichting is overgenomen uit ‘Een Compendium van achtergrondinformatie bij de 491 gezangen uit het Liedboek voor de kerken’ (Amsterdam 1977) en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is. 

In De Tale Kanaäns (Haarlem 1963) staat onder het opschrift ‘Paaswake en Paasfeest’ onder andere dit lied ‘Gij volgt ons uit Jeruzalem’. Het is een versje over Emmaüs. Men herkent er het verhaal van Lucas 24,13-35 in. De eerste drie strofen vatten het evangeliebericht kort samen. De vierde past het toe. Het wordt daarbij toegespitst op de uitgang van ons leven. De bijzonderheid uit Lucas 24,29, het is bij de avond en de dag is gedaald, geeft daar aanleiding toe. Ook H. F. Lyte in zijn lied ‘Abide with me’ (Liedboek 247) is van die tekst en dit verhaal uitgegaan: ‘fast falls the eventide’ betekende voor de doodzieke Lyte de invallende nacht over zijn eigen leven.

Auteur: Willem Barnard


Melodie

Er is één originele melodie bij deze tekst van Barnard geschreven: de melodie van Jan Pasveer (1933-2005). Maar die is pas in 2013 voor het eerst bij deze tekst in een liedbundel geplaatst. In het Liedboek voor de kerken (1973) werd zij als gezang 73 de partner van het andere lied over de Emmaüsgangers: ‘De Heer is onze reisgenoot’, een tekst van Jaap Zijlstra (1933-2015), Liedboek 646. Bij Barnards tekst kwam in 1973 de melodie van ‘Christe die du bist dach end licht’ (zie Liedboek 239), een zinvolle melodiekeuze volgens de dichter (Verzamelde Liederen blz. 396), omdat het avondlied ‘De nacht, de moeder van de rust’ van Jacobus Revius (1586-1658) ook refereert aan Lucas 24,29 en ook deze melodie heeft (Liedboek voor de kerken gezang 386).

De redactie van het Liedboek vond het toch zinvol om de fraaie melodie van Jan Pasveer ook bij Barnards tekst te plaatsen, waarvoor zij geschreven was ten behoeve van een zanggroep in Heemstede toen dit lied aan de orde was. De melodie in f-mineur heeft het karakter van een rustig gaande beweging, uitbeelding van het ‘volgen’ (strofe 1) en het ‘gaan’ (strofe 2). De componist gebruikt alleen kwartnoten. De melodie daalt in de eerste regel van de dominant c” naar de dominant c’: een uitbeelding van het afdalen uit Jeruzalem naar Emmaüs? De tweede regel beantwoordt deze dalende beweging met een stijgende. De derde regel lijkt een melodiecitaat te zijn van de tweede regel in het avondlied ‘O Heer mijn God, ook deze nacht’ met de beroemde melodie van Thomas Tallis (1505-1585), zie Liedboek 243. Hier bereikt de melodie haar hoogste punt (des”). De slotregel cirkelt rond de grondtoon f’, nu ook weer tussen de dominant c” en de dominant c’, en is een variant op de eerste regel, hier echter zuiver pentatonisch omdat de g’ en de des’ worden ontweken. De melodie straalt rust uit en zo moet het lied ook gezongen worden: in een 4/4-maat en niet in een 2/2-maat!

Auteur: Pieter Endedijk