geboren: 12 september 1920 te Zwolle
overleden: 16 augustus 1995 te Wassenaar
Bijdragen in het Liedboek
7 | Here mijn God, Gij hoedt mijn leven (t) |
18 | Ik heb U lief van ganser harte, Here (t) |
24 | De aarde en haar volheid zijn (t) |
33 | Kom nu met zang en roer de snaren (t) |
46 | God is een toevlucht te allen tijde (t) |
47 | Volken wees verheugd (t) |
48 | De Heer is groot, zijn lof weerklinkt (t) |
49 | Bewoners van de wijde wereld, hoort (t) |
50 | De Heer die leeft, de God der goden spreekt (t) |
51 | Ontferm u God, ontferm u, hoor mijn klacht (t) |
72 | Geef, Heer, de koning uwe rechten (t) |
73 | Ja, God is goed voor Israël (t) |
74 | Waarom, o God, verstoot Gij voor altoos (t) |
75 | U alleen, U loven wij (t) |
86 | Hoor mij, Heer, wil antwoord zenden (t) |
89 | Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied (t) |
96 | Zing voor de Heer op nieuwe wijze (t) |
98 | Zing een nieuw lied voor God de Here (t) |
101 | Ik wil, Heer, in mijn lied de zegeningen (t) |
102 | Heer, hoor mijn gebed, laat blijken (t) |
103 | Zegen, mijn ziel, de grote naam des Heren (t) |
104 | Mijn ziel, verheerlijk God om zijne macht (t) |
105 | Loof God de Heer, en laat ons blijde (t) |
106 | Loof nu de Heer, want Hij is goed (t) |
108 | Mijn hart is, Heer, in U gerust (t) |
110 | De Here God heeft tot mijn heer gesproken (t) |
112 | God zij geloofd en hoog geprezen (t) |
113 | Prijs, halleluja, prijs de Heer (t) |
114 | Toen Israël uit Egypteland ging (t) |
117a | Gij volken loof uw God en Heer (v) |
119 | Welzalig wie de rechte wegen gaan (t) |
126 | Toen God de Heer uit ’s vijands macht (t) |
127 | Wanneer de Heer het huis niet bouwt (t) |
129 | Zij hebben immer van mijn jeugd af aan (t) |
131 | O Heer, er is geen trots in mij (t) |
133 | Zie toch hoe goed, hoe lieflijk is ’t dat zonen (t) |
136 | Loof de Heer, want Hij is goed (t) |
137 | Aan Babels stromen zaten wij gevangen (t) |
139 | Heer, die mij ziet zoals ik ben (t) |
141 | U, Heer, roep ik, U geldt mijn smeken (t) |
147 | Lof zij de Heer, goed is het leven (t) |
206 | De zon gaat op in gouden schijn (v) |
237 | O zalig licht, Drievuldigheid (v) |
239 | O Christus die de zonne zijt (v) |
273 | Loof God, die zegent al wat leeft (t) |
318 | Het woord brengt de waarheid teweeg (t) |
360 | Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer (v) |
373 | O Jezus, uw gedachtenis (v) |
376 | Ziel, mijn ziel, aanvaard uw luister (v) |
433 | Kom tot ons, de wereld wacht (v) |
445 | De nacht is haast ten einde (v) |
448 | Het volk dat wandelt in het duister (t) |
449 | In de duisternis verwachten wij het licht (t) |
468 | Prijs de Heer die herders prijzen (v) |
470 | U Jezus Christus loven wij (v) |
477 | Komt allen tezamen (v) |
511 | Door goede machten trouw en stil omgeven (v) |
516 | Van ’t vroeglicht van de dageraad (v) |
518 | Hoe helder staat de morgenster (v) |
530 | De Geest des Heren is op hem (t) |
545 | Christus staat in majesteit (v) |
561 | O liefde die verborgen zijt (t) |
565 | Het hoogste woord daalt uit het licht (v) |
575 | Jezus, leven van ons leven (v) |
576 | O hoofd vol bloed en wonden (v) |
577 | O wereld, zie uw leven (v) |
582 | Door wat voor grote eenzaamheden (t) |
599 | O diepe nacht die ons omringt (v) |
620 | Hoor aan, gij die Gods kinderen zijt (v) |
661 | Ten hemel opgevaren is (v) |
663 | Al heeft Hij ons verlaten (t) |
669 | Kom o Geest des Heren kom (v) |
670 | Kom Schepper God, o heilige Geest (v) |
712 | Het jaar neigt zich tot stille groet (t) |
746 | Sion mijn vaderstad (v) |
747 | Eens komt de grote zomer (v) |
748 | Het duurt niet lang meer tot de tijd (v) |
752 | Hoe glanst bij Gods kinderen het innerlijk leven (v) |
753 | Er is een land van louter licht (v) |
754 | Liefde Gods die elk beminnen (v) |
759 | Gods kinderen op aarde (t) |
760 | Gij zijt de zin van wat wij zijn (t) |
761 | Zoals het witte bliksemlicht (t) |
796 | U Here Jezus roep ik aan (v) |
798 | Heer, geef mij vleugels dat ik reis (v) |
801 | Door de nacht van strijd en zorgen (v) |
836 | O Heer die onze Vader zijt (v) |
867 | Loof overal, loof al wat adem heeft (v) |
868 | Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere (v) |
871 | Jezus zal heersen waar de zon (v) |
899 | Wat mijn God wil geschiede altijd (v) |
906 | God is tegenwoordig, God is in ons midden (v) |
907 | Jezus, mijn verblijden (v) |
910 | Soms groet een licht van vreugde (v) |
943 | God gaat zijn ongekende gang (v) |
969 | In Christus is noch west noch oost (v) |
1008 | Rechter in het licht verheven (v) |
p 708 | Als ik God zeg dan bedoel ik niet (t) |
Biografische notitie
Studeerde geschiedenis te Amsterdam en was van 1950 tot 1963 docent te Wassenaar. Vanaf 1963 lector en vanaf 1966 hoogleraar geschiedenis en cultuur van Noord-Amerika. Dichter van kerkliederen waarbij zijn aandacht in het bijzonder uitging naar de bestudering en vertaling van de vroeg-christelijke en middeleeuwse hymnen. Medewerker aan de psalmberijming en lid van de Gezangencommssie ter voorbereiding op het Liedboek voor de kerken (1973). Vertaalde daarvoor veel Duitse en Engelse liederen.